Ga naar de inhoud

"Jonge renners uit continentale teams betalen letterlijk leergeld"

 do 11 april 2019 09:25
José De Cauwer wijt de lage lonen in het wielrennen aan het ontbreken van een efficiënt verdienmodel.

Topsporters worden vaak als grootverdieners beschouwd, maar die vlieger gaat niet in elke (top)sport op. Uit de cijfers van Sporta blijkt bijvoorbeeld dat 1 op 2 profwielrenners moeilijk rond kunnen komen. Wielercommentator en oud-ploegleider José De Cauwer legt uit: "Die jongeren jagen hun droom na: profwielrenner worden."

"Continentale ploegen halen gemiddelde naar beneden"

Uit cijfers van de spelersvakbond Sporta bleek dat meer dan de helft van de wielrenners uit het profpeloton  minder dan 4.000 euro bruto verdient. Eén vijfde vangt zelfs minder dan 2.000 euro bruto.

 

"Die cijfers zjin er deels gekomen door het feit dat Sporta de continentale
ploegen heeft meegerekend, met (cross)ploegen als Telenet-Fidea en Pauwels Service", legt De Cauwer uit. "Daar zitten veel jongeren die naar de top van het wielrennen willen doorstoten, en daar veel voor over hebben. Die ploegen halen het gemiddelde uiteraard naar beneden."

 

"Er zijn een 500-tal WorldTour-renners, genre Greg Van Avermaet, een 500-tal renners die in dat procontinentale systeem zitten, zoals de mannen van het team van Sport Vlaanderen-Baloise, maar daaronder heb je nog zo’n 2.000 jongens die in continentale teams rondrijden. Zij timmeren nog aan hun weg naar het profwielrennen."

 

"Die mannen betalen letterlijk leergeld, want ze proberen zich in de kijker te rijden van de grote ploegen. Die continentale teams geven ook veel jongens kansen, waardoor ze vaak ook heel korte contracten krijgen en weinig verdienen. Waarom ze dat dan toch doen? Ze jagen hun droom na: profwielrenner worden."

Als je op de Oude Kwaremont, dé plek in het Vlaamse voorjaar, 10 euro inkom zou vragen, zullen mensen zoiets krijgen van: "Oei, wielrennen is toch gratis?"

"Bedragen in het wielrennen zijn nooit te vergelijken met die uit het voetbal"

De continentale renners hoeven ook niet te rekenen op prijzengeld of sponsorgeld. “Bij die continentale teams zitten ook veel opleidingsploegen”, aldus De Cauwer. “Dat is het begin, de universiteit van het wielrennen. Het is een weg die bijna elke renner moet volgen, al proberen sommigen nu ook een diploma achter de hand te hebben. Dat is een heel moeilijke combinatie.”

 

“Als je als jongere bij een WorldTour-ploeg terecht komt, verdien je meteen zo’n 32.000 tot 38.000 euro per jaar. Ga je bij een continentale ploeg als jongere, dan krijg je meestal minimaal zo’n 28.000 euro. Dat zijn dus nooit de bedragen van in het voetbal. Zelfs op het moment dat je prof wordt, ga je niet meteen bedragen verdienen zoals in het voetbal."

 

Het verschil met wat voetballers verdienen, zelfs in België, is heel groot. “Het wielrennen heeft geen verdienmodel. Er is niets dat terugkomt. Als je ziet dat Club Brugge enkel en alleen al door deel te nemen aan de Champions League zo’n 30 miljoen verdient, en dan nog eens inkomsten genereert uit de mensen die komen kijken..."

 

"Het straffe is dat als je aan toeschouwers vraagt om 10 euro te betalen om op de Oude Kwaremont te staan, men zoiets zal hebben van “Oei? Wielrennen is toch gratis?” Dan komt daar nog eens bij dat er in het wielrennen geen televisiegelden zijn. Dát zijn de problemen die we  eerst zullen moeten aanpakken."