Ga naar de inhoud

Verken het BK-parcours met Bart Wellens: "Niet de loopcross die iedereen verwacht"

 do 10 januari 2019 12:04
Bart Wellens werd Belgisch kampioen in 2004 en 2007.

"Het zal niet de loopcross worden waar iedereen het al weken over heeft", dat is de conclusie van Bart Wellens na 2 rondjes op het BK-parcours. Wij probeerden zijn wiel te volgen en stelden vast dat de oud-kampioen nog altijd over een flinke dosis techniek beschikt.

Ontdek het volledige parcours:

1. De start: "Het is nu al ploeteren geblazen"

"Het wordt na de start meteen redelijk smal en het loopt meteen bergop. Daar zal het nog vettiger worden door de regen. Daarna rijd je naar beneden naar de eerste echte helling, dus je zit best goed vooraan om je eigen lijnen te kunnen kiezen."

 

"Het zal berijdbaar blijven in het begin, maar de strook erna niet meer. Het is nu al ploeteren met een beklimming erachter. Ik denk dat je daar tegen zondag niet meer kunt oprijden."

2. Eerste schuine kant: "Geen paniek en er vol voor gaan"

“Er liggen zeker genoeg bruggen. Dat is fijn voor het publiek, maar het maakt het wel net iets zwaarder voor de renners. Ze moeten toch altijd die extra hoogtemeters overbruggen", weet Bart Wellens.

 

"Om uit te pakken met een jump ligt de snelheid te laag. Toon Aerts mag het proberen van mij, maar ik denk dat ze eerder blij zullen zijn met deze stukken om even te recupereren.”

 

“Dan komt die eerste schuine kant. De truc is om lijnen te kiezen. Ik zeg altijd tegen mijn renners: “Kies voor het groen, dat schuift het minst”. Nu ligt er nog gras, maar tegen zaterdag en zondag zal dat allemaal weg zijn."

 

"Je mag geen angst hebben", benadrukt Wellens. "Ik denk dat we dat vooral bij de vrouwen zullen zien, maar ik dat hoeft niet. Als je hier valt, dan glijd je. Je zal je geen pijn doen, hier liggen geen stenen. Geen paniek en er vol voor gaan", luidt het advies. "Iedereen zal hier wel eens vallen."

3. De zandstrook: "Die frezen ze opnieuw voor de profs"

“Dit is een iets rustiger deel van het parcours. Door de modder zal het altijd wel wat duwen zijn. Dat is zo in Kruibeke: sappige grond zoals een spons waar je op rijdt. Die zandbak is ook niet meer echt zand. Door de regen is er nu één spoor getrokken. Je kan erdoor vliegen, maar het nadeel is dat je achter elkaar moet blijven. Als je van het padje afwijkt, zit je 15 centimeter diep", waarschuwt Wellens.

 

"Ik heb me wel laten vertellen door iemand van de wielerbond dat het voor de profkoers wel opnieuw omgeploegd zal worden. Die moeten vanaf nul beginnen en hun eigen spoor trekken. De eerste 2 of 3 rondes zal dat lastiger zijn. Ik vind dat dat wel mag.”

 

Welk materiaal moeten de renners kiezen? Wellens: “Er zit niets anders op dan de grofste tubes te kiezen. Je kan niet anders op die schuine kanten. Je moet ze ook vrij plat zetten, je moet comfort hebben, je moet door die weide kunnen bollen. Het wordt druk in de post, maar dat zien de mensen ook wel graag.”

Er zit niets anders op dan de grofste tubes te kiezen. Je kan niet anders op die schuine kanten. Je moet ze ook vrij plat zetten, je moet comfort hebben, je moet door die weide kunnen bollen. 

Bart Wellens

4. Schuine kant naar boven: "Zoek de groene zones op"

“Na een kleine afdaling zullen de renners hier met hoge snelheid aankomen", gaat Bart Wellens voort. "Ze zullen hun fiets goed onder controle moeten houden."

 

"Als je tijd hebt, kan je wel helemaal naar buiten gaan en rijden. Maar afstappen in de bocht, gaat het snelst. En snel weer die groene zones opzoeken.”

 

“Dit heeft vooral met concentratie te maken. Je komt snel naar hier en dan moet je naar boven. Als je in de juiste versnelling staat en je kan na de bocht weer opspringen, dan is het eigenlijk makkelijk te doen.” 

 

“Iemand die hier te wild is, kan hier wel een fout maken en 10 meter verliezen. Hier kunnen de eerste meters verloren worden, maar dat zal 9 kansen op 10 na een fout zijn van iemand. Als je geconcentreerd bent, is dit geen probleem. Maar in een laatste ronde ben je moe, je wil meer, je wil te graag winnen en neemt risico’s. Dat kan hier een bepalende factor zijn.”

5. Lange schuine strook: "Deze wordt beslissend"

"Dit kan een belangrijke strook worden in de laatste ronde", denkt Bart Wellens. "Het schuift echt heel hard. Afhankelijk van de snelheid kiezen de renners om deze strook boven of onderaan te nemen. Ik denk dat de meesten beneden zullen blijven, maar het zal daar natuurlijk nog vettiger liggen."

 

"Het ziet er niet spectaculair uit, maar ik denk dat dit het meest bepalende stuk van de omloop kan zijn. Het is echt wel technisch. Je moet op het spoor kunnen blijven, maar toch snelheid maken. Als je dan een fout maakt, lig je wel aan de andere kant van de draad."

 

"Je kan hier niemand uit het wiel rijden, maar met een slipper verlies je 10 meter. Ik denk niet dat je hier kan voorbijsteken. Je wordt naar beneden gedwongen."

6. De aankomst: "Laatste bultje en modderstrook zijn verraderlijk"

"Het bultje zal op zich geen grote rol spelen, maar wel met die 20 meter slijk die volgt. Als ze daar samen zouden opdraaien dan is het een lastig stuk", vindt Bart Wellens.

 

"Ga je rijden of niet? Ga je daar de sprint al aantrekken? Want de laatste rechte lijn is niet heel lang meer. Uit het wiel komen, zal moeilijk zijn. Die laatste 30 meter in het veld kan dus belangrijk zijn als je nog samen rijdt."

 

"Ik denk dat je best als eerste opdraait en gewoon vol aanzet. Het is hier nog maar 150 meter tot de aankomst. Dat moet nog haalbaar zijn na een zware cross. Tenzij je er echt doorzit, maar dan sprint je niet meer mee."

 

"Als ik eerlijk ben, denk ik niet dat er gesprint zal worden voor de zege. Dan mogen de renners nog aan elkaar gewaagd zijn. Zeg nooit nooit. Het mag spannend zijn", wrijft Wellens zich in de handen.

Het eindoordeel: "Grote verschillen"

"Het zal geen loopcross worden waar iedereen het al weken over heeft, maar het zal wel heel lastig worden", denkt Bart Wellens. "Het is heel technisch, dus je moet geconcentreerd blijven. De focus mag  nooit verslappen."


"Ik denk dat er hier grote verschillen zullen komen. Niet tussen de toppers,
maar daarachter wel. Ook bij de jeugd zal er gegoocheld worden met grote
verschillen."

 

"De verwachte namen: Wout van Aert, Michael Vanthourenhout, Toon Aerts. Die drie gaan het uitvechten. Er zijn altijd een of twee renners die verrassen op een BK, er is ook altijd iemand die faalt door met stress of door te hoge verwachtingen."

 

"En schrijf Laurens Sweeck niet af. Die kan altijd wel wat meer op een kampioenschap, denk maar aan vorig jaar. Maar toch denk ik aan die drie jongens."

 

"Bij de vrouwen heb ik heb de laatste weken een heel sterke Loes Sels gezien, maar dit parcours ligt Sanne Cant heel wat beter dan Sels. De techniek heeft ze, ze kan ook lopen. Ik geef Cant hier wel zeker het voordeel."

 

"Bij de jeugd hebben wij Timo Kielich als een van de topfavorieten bij de beloften. Hij krijgt hier iets wat hij heel graag doet. Hij komt ook uit het mountainbiken, met schuine kanten en die afdalingen. Het zal afhangen van de vorm van de dag."

 

Lees ook: Balken zijn dit jaar geen thema. Of toch? "15 cm? Leg dan niks, hé"