Belaey gaat voor 15e medaille op 17e WK trial: "En dat mag weer goud zijn"

Vorig jaar organiseerde Chengdu ook al de eerste editie van het WK Urban Cycling, dat de 3 disciplines trial, BMX freestyle en MTB Eliminator samenbrengt. Belaey was er goed voor brons. En ook dit jaar is hij ambitieus."Op een WK kan ik precies dat beetje meer. En daar doe ik toch altijd voor."

"Vorig jaar had ik brons met een gelijke score als de eerste en tweede plaats. Dat is natuurlijk een beetje bitter: door een stom voetje op een modderig stuk liet ik de titel liggen." Die ging naar de Brit Jack Carthy.

"Dit jaar rijd ik evenwel beter dan vorig jaar. Ik ga dus weer voor goud, zoals ik elk jaar met dezelfde ambitie start. De dag dat ik start zonder die ambitie, denk ik dat het tijd is om te stoppen."

Hoe schat hij de concurrentie in? "Op de laatste Wereldbeker was er niets te doen aan wereldkampioen Jack Carthy. Maar als hij een slecht dag heeft en ik een goeie, dan is alles mogelijk."

Als ancien heeft Belaey alles al meegemaakt. Maar zich opladen voor een WK komt niet vanzelf. "Helemaal niet. Dat is wetenschap. Ik ken mijn lichaam ondertussen heel goed. En ik doe zoals je weet heel wat andere projecten, die heel tijdrovend en energievretend zijn. Dan is het voor mij niet evident om klaar te zijn voor een wedstrijd."

"Ik train eigenlijk elke dag: vanaf 1 januari tot en met het WK. De laatste maanden voor het WK is dat ermee opstaan en ermee gaan slapen. En dan moet ik mijn trainingen soms wel tussen andere verplichtingen persen. Het vraagt veel karakter om door te bijten. Maar ik weet ondertussen hoe het moet."

De combinatie van zijn shows, stunts en wedstrijden wordt elk jaar wel moeilijker, geeft hij toe: "Niet alleen omdat ik ouder word, maar ook omdat ik er elk jaar heel veel projecten bijneem. Ik ben ook in Amerika bezig met van alles en nog wat. Om een idee te geven: ik zit dit jaar al aan 14 jetlags."

"Ik ben opgegroeid met het idee dat je hard moet werken. Voor mij is dat een uitdaging. Ik wil op mijn 35e bewijzen dat ik het nog kan. En dat lukt goed. De concurrentie houdt nog altijd rekening met mij."

"Ik bekijk die wedstrijden eigenlijk van maand tot maand. Ik kijk de kat uit de boom en vraag me af of ik het nog kan ten opzichte van die gasten die 20, 21 jaar zijn. Voorlopig lukt dat nog. Als ik zie dat het geen zin meer heeft, dan stop ik ermee."

Wat doet hij het liefst: zijn shows of wedstrijden? "Ik doe het allebei even graag, maar niets evenaart het gevoel van naar iets toe te leven en het kunnen afwerken waar je voor getraind hebt."