Ontdek Tour 2019: van Brussel naar loodzwaar Alpendrieluik, 30 cols

Tour-organisator ASO zet 5-voudig laureaat Eddy Merckx centraal bij de Tour van volgend jaar. Daarom kreeg Brussel de "Grand Départ". Van de Grote Markt in onze hoofstad gaat het richting Muur van Geraardsbergen om langs Sint-Pieters-Woluwe - waar Merckx opgroeide en in 1969 zijn allereerste gele trui aantrok - naar de finish aan het Kasteel van Laken te rijden.

Op dag 2 is er een ploegentijdrit van 27 kilometer die vertrekt aan het Koninklijk Paleis en aankomt aan het Atomium, met onderweg een bezoek aan heel wat monumenten en bezienswaardigheden. Op de derde dag verlaat de Tour België vanuit Binche richting champagnestreek, waarbij in Epernay een finish wacht van 500 meter bergop aan 8 procent.

De Ronde van Frankrijk van 2019 maakt trouwens geen ronde. Het is een eerder rare figuur, waarbij het westen links wordt gelaten. Van Brussel gaat het richting Vogezen, Centraal Massief, Pyreneeën om te eindigen bij de Alpen.

Na 4 dagen in de Pyreneeën zal de rustdag op 22 juli in Nîmes welgekomen zijn, want na een passage over de beroemde Pont du Gard wacht het peloton een loodzwaar drieluik door de Alpen. Op donderdag 25 juli liggen er 3 cols van meer dan 2.000 meter (Col de Vars, Col d'Izoard en Galibier) tussen Embrun en Valloire. Dat is van 2011 geleden.

In Valloire ligt de aankomst nog in het dal. Op vrijdag 26 juli (Tignes) en zaterdag 27 (Val Thorens) eindigen we bergop. Waar er vorig jaar 3 aankomsten bergop waren, zijn er dat dit jaar 5.

De Prat d'Albis (11,8 km aan 6,9%) in de Pyreneeën is er voor het eerst eentje van. Daags ervoor op de Franse feestdag (14 juli) ligt de finish na 34 kilometer klimmen op de Tourmalet. De vijfde col die het einde van een rit inluidt, komt er al snel aan: in rit 6 zal La Planche des Belles Filles in de Vogezen, met een extra uitloper tot boven de 20 procent, als scherprechter dienen.

Met de Tourmalet, Tignes en Val Thorens liggen er voor het eerst 3 aankomsten boven de 2.000 meter. De 30 cols zijn ook een record voor de Tour, die in deze editie veel aandacht schenkt aan het middengebergte. Zo zijn er minder cols buiten categorie dan de vorige jaren, maar meer van 2e categorie.

Wat voorts nog opvalt, is dat er 7 ritten boven de 200 kilometer zijn. De echte bergritten zijn kort (met 117, 123 en 131 kilometer). Tegen de klok wordt er 2 keer 27 kilometer gereden, eentje per ploeg, eentje individueel. Dat brengt ons op een totaal van 3.460 kilometer. Op 28 juli weten we wie Geraint Thomas opvolgt.

De Tour zal volgend jaar overigens weer goochelen met bonificatieseconden. Dat was in 2018 ook al het geval, met seconden in de finale van de eerste 9 ritten. Volgend seizoen zijn er seconden te verdienen op "8 cols of belangrijke plaatsen in de ritten", meldt de Tour.

"Bonificatieseconden worden toegekend in 8 ritten, op de top van een col of 'Mûr' of een specifieke plaats, dit om aanvallers te belonen", verduidelijkt Tourbaas Christian Prudhomme. "Zo heb je niet alleen bonificaties aan de finish, maar ook onderweg en dat zal sommige klassementsrenners misschien inspireren om iets te ondernemen."

Prudhomme is voorstander van een buit van 5, 3 en 1 seconden, maar er is nog geen uitsluitsel. In deze ritten kan geoogst worden: 3e etappe (Côte de Mutigny), 6e etappe (Col des Chevrères), 8e etappe (Côte de la Jaillière), 9e etappe (Côte de Saint-Just), 12e etappe (Hourquette d'Ancizan), 15e etappe (Mûr de Péguère), 18e etappe (Col du Galibier) en 19e etappe (Col de L'Iseran).