"Als je niets kan verwezenlijken in karten, wordt de F1 moeilijk"

Met een snelheid tot 140 km/u scheuren karts dit weekend over het circuit in Genk (foto). Enkele centimeters boven de grond. Karten is spectaculair en toegankelijk, maar de sport is ook een beetje slachtoffer van zijn eigen succes.

De sport ziet al jaren zijn meest getalenteerde en sterke persoonlijkheden vertrekken. Vooral richting de Formule 1. "Ik durf cru te zeggen dat als je niets kan verwezenlijken in het karten, het heel moeilijk wordt om in de F1 te geraken", zegt Paul Lemmens, oprichter van het circuit in Genk en een vaandeldragen van karten in België.

"Jenson Button werd zoveel jaar geleden vanuit het karten de jongste rijder in de F1. Door Button zijn de ogen van de Formule 1-teams opengegaan: "Karten is een goede kweekvijver voor de toekomst van de F1."

"Je kan jong met karten beginnen, maar ook de gedragingen van een kart en de stresserende omstandigheden van wedstrijden leunen aan bij de F1. Bovendien is het verschil in het materiaal miniem. Als je wint bij karten ben je gewoon heel goed."

Vergis u niet: karten is geen hobby voor jonge rijdertjes. Op het WK rijden dit weekend profs mee, betaald door constructeurs. Het is volgens Paul Lemmens niet uitgesloten dat iemand van die rijders in de voetsporen treedt van Lewis Hamilton, Sebastian Vettel of Max Verstappen.

"Verstappen heeft hier in Genk ontelbare rondjes gereden. Ik zie hem nog af en toe, maar zo een jongen wordt ondertussen van minuut tot minuut geleefd. Maar je mag er zeker van zijn, als hij even een vrij moment heeft, zal hij in een kart kruipen. Gewoon als uitlaatklep."

Ook Stoffel Vandoorne kwam wel eens langs in Genk. Lemmens ziet met lede ogen aan hoe zijn talent niet tot ontplooiing komt in de Formule 1. "Niemand moet twijfelen aan het talent van Stoffel. Hij is snel en kan goed sturen, maar hij heeft nooit dezelfde wagen als Alonso gekregen."

"Wat hij verwezelijkt heeft, is ongelooflijk, he. Hij is er gekomen zonder grote sponsors. Gewoon op talent.  Wat hem nu overkomt is niet eerlijk. In karting was Stoffel heel goed. Zet hem in een Ferrari, Mercedes of Red Bull en hij rijdt mee vooraan."

De (gewezen) Formule 1-rijder die Paul Lemmens het beste kent, is Jenson Button. Lemmens haalde de Brit twee jaar in huis, letterlijk en figuurlijk. "Ik heb zelf altijd een kartteam gehad, GKS."

"Ik zag de 14-jarige Button tijdens een race in Italië. Hij was heel goed en bezeten om in de F1 te geraken. We haalde Jenson binnen bij het team, maar het reizen tussen Engeland en België was er vaak te veel aan. Daarom nam ik hem twee jaar in huis."

"Een geweldige ervaring. Jenson had enorm veel karakter. Hij was groot en moest aan zijn gewicht denken. Je moet je voorstellen wat het is om vanaf je 15e de discipline op te brengen om niet te snoepen."