Ga naar de inhoud

Stranden met de streep in zicht: deze renners gaven op in de slotrit

 zo 29 juli 2018 12:48

De teerling is geworpen in de Tour de France, de slotrit naar de Champs-Elysées lijkt een formaliteit. Maar is het dat wel? Deze renners dachten de Tour uit te kunnen rijden, maar kwamen van een koude kermis terug.

2016: Tony Martin

Tony Martin won in zijn carrière al 5 etappes in de Tour, maar de editie van 2016 was niet zijn meest gelukkige. Tot overmaat van ramp kreeg hij naar het einde van de Tour last van zijn knie. Martin begon nog wel aan de rit op de Champs-Elysées, maar gaf er alsnog de brui aan om zijn Olympische Spelen niet te hypothekeren. Uiteindelijk zouden de Spelen een sof worden voor Martin, al werd hij later dat jaar toch wereldkampioen tijdrijden in Qatar.

2013: Lieuwe Westra

39 kilometer te lang, dat was de Tour van 2013 voor Lieuwe Westra. De Nederlander werd enkele dagen voor het einde ziek, probeerde het onheil nog af te wenden door antibiotica te nemen, maar moest bij de eerste tempoversnelling in Parijs lossen. Gedesillusioneerd stapte Westra af.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (𝕏). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

2006: Florent Brard

Florent Brard had gehoopt om zijn Franse kampioenentrui te kunnen laten schitteren in de Tour van 2006, maar hij eiste om een verkeerde reden een hoofdrol op. Brard kwam in de tijdrit ten val, finishte nog, maar kon 's anderendaags niet meer van start gaan in de slotrit.

2003: Uwe Peschel

De Duitse tempobeul Uwe Peschel mocht op zijn 34e eindelijk debuteren in de Tour de France. Peschel wou uitblinken in de tijdritten, maar op de voorlaatste dag - op weg naar Nantes - nam hij te veel risico's in zijn specialiteit. Peschel kwam 2 keer ten val en moest door de dokter wordt tegengehouden om niet alsnog te starten in de slotrit, ondanks 2 gebroken ribben. Een jaar later kan Peschel zijn openstaande rekening toch vereffenen en de Tour alsnog uitrijden.

1977: Joseph Bruyère

Joseph Bruyère was - in een tijd dat Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck zowat alle prijzen onder elkaar verdeelden - zeker geen sukkelaar. Hij won 2 keer Luik-Bastenaken-Luik en 3 keer de Omloop Het Volk. De slotdag van de Tour van 1977 bestond uit een tijdrit en een korte parade op de Champs-Elysées. Bruyère werd 's ochtends in de tijdrit nog 5e, maar toch haalde hij het einde van de Tour niet. Een jaar later deed hij het een stuk beter in de Tour: hij eindigde als 4e.

1924 én 1926: Giovanni Canova

Over de Italiaan Giovanni Canova is weinig bekend, maar hij verdient wel een plaats in dit lijstje, omdat hij misschien wel dé pechvogel uit de Tourgeschiedenis is. In 1924 had Canova gehoopt bij zijn debuut meteen de Tour uit te rijden, maar in de slotrit ging het mis. Een jaar later lukte het hem wel om te finishen, maar in de Tour van 1926 had Canova het weer vlaggen. Met Parijs in zicht gaf hij andermaal op. Hij is zo de enige renner die 2 keer de handdoek moest gooien in de slotrit.

Ook zij haalden Parijs niet (sinds WO II)

  • Gilbert Chaumaz (1979)
  • Jos Spruyt (1975)
  • Guy Sibille (1975)
  • Antoine Gutierrez (1975)
  • Silvano Schiavon (1970)
  • Gilbert Bellone (1970)
  • Roberto Falaschi (1959)
  • Raymond Elena (1956)