Naesen: "Wie op 100 meter van de streep op kop zit, wordt Belgisch kampioen"

Binche is morgen het strijdtoneel van het Belgisch kampioenschap, traditioneel een paar weken voor de start van de Ronde van Frankrijk. Oliver Naesen heeft zijn laatste training in zijn zwart, geel en rood truitje er al op zitten, en dat vindt de 27-jarige renner toch wat speciaal.

"Toen ik daarjuist voor de spiegel stond, dacht ik toch “verdorie”, als ik niet win morgen ga ik die trui toch missen. Het was een kinderdroom, en dat maakte het extra speciaal, hoewel alles uiteindelijk went. Toch besefte ik de laatste maanden dat het niet zomaar een truitje is. Als Belgisch kampioen word je in Europa immers overal herkend."

Het voorjaar van Naesen was geen voltreffer, en ook na zijn titel in Antwerpen vorig seizoen kon de AG2R-renner niet meteen potten breken. Hoe heeft hij zijn tijd als Belgisch kampioen zelf ervaren?

"Ik had een dubbel gevoel. Langs de ene kant vond ik het leuk om in die driekleur rond te rijden, langs de andere kant was het sportief gezien een teleurstelling, bovendien is het echt een pechjaar bij uitstek geweest met veel valpartijen."

"Ik heb ook niet getraind om niet mee te doen voor de overwinning in de klassiekers natuurlijk. Maar vallen is deel van de koers. Dat hoort er jammer genoeg bij."

Winnen blijft moeilijk voor Naesen, en daar heeft de Belgische kampioenentrui niet bepaald verandering in gebracht. "Maar winnen in de koers is sowieso moeilijk, zeker voor mij."

"Als prof heb ik hoofdzakelijk kermiskoersen gewonnen en vorig jaar ben ik ook niet als beste renner van België kampioen geworden. Een Boonen, Gilbert of Van Avermaet winnen wel iets makkelijker, terwijl het bij mij toen mijn grootste overwinning was. Dan is het moeilijk om daar nog boven te gaan."

Het parcours van morgen ligt Naesen, maar dat geldt wellicht voor alle klassieke renners in België. "Inderdaad, het is een beetje een loterij. "

"Maar door de zwaarte van het parcours zijn er al heel wat kandidaten uitgeschakeld, dat is mooi. De beste klassieke Belgen hebben in de Ronde van Zwitserland of de Dauphiné wel al een goed resultaat gehaald, dus iedereen is wel in vorm."

Naast Naesen hebben ook Van Avemaet, Vanmarcke en Gilbert een minder voorjaar gereden. Zij zullen wellicht iets willen rechtzetten. "Ja sowieso, maar je kan niet echt zeggen dat de Belgen een minder voorjaar hebben gereden, want we waren overal mee. Maar we hebben niet overal gewonnen, dat is waar."

Wie schuift Naesen naar voren als favoriet? "Goh, Ik kan er zo wel een stuk of 10 opnoemen. Ik hoop dat ik win natuurlijk, en van een ander scenario ga ik niet uit."

"Maar in een koers boven de 200 kilometer kom je ook altijd bij dezelfde renners terecht. Een verrassing kan natuurlijk altijd, maar dan zullen we over 2 jaar zeggen dat het een goeie geworden is, dat zul je zien."

De titelverdediger is goed voorbereid op morgen. "Ja, want hoe je het nu draait of keert, morgen moet ik toch mijn eigendom verdedigen. Iedereen zal die trui van mij af proberen te pakken. Dat maakt het ook iets belanrijker dan een andere koers."

Het parcours in Binche is al een tijdje het onderwerp bij uitstek onder de wielrenners. Volgens sommige valt de zwaarte wel mee, anderen vinden het juist heel lastig. Wat vindt Naesen?

"Het is vrij lastig.  Het kasseistuk voor de aankomst loopt op, en na de finish loopt het nog een kilometer of 2, 3 omhoog. Daarna is het voortdurend vals plat."

"Een koers boven de 200 kilometer is wel sowieso lastig, maar daarom niet voorspelbaar. Vorig jaar in Antwerpen was het een vlak parcours, dus zou het een sprint worden. Toch lag het volledig uiteen, en ik verwacht morgen juist
hetzelfde."

Zal het opnieuw aankomen op die laatste 5 centimer? "Dat denk ik niet. Na de kasseien kom je boven op 700 meter van de streep. Dan krijg je asfalt voor de wielen, waarop je terug snelheid kan maken voor je sprint."

"De laatste strook is opnieuw geplaveid met kasseien, en dan is het echt moeilijk is om iemand voorbij te steken. Je moet daar proberen om je snelheid aan te houden. Ik denk dat wie er de laatste 100 meter op kop zit, wint."