Ga naar de inhoud

Noorwegen is op recordjacht: doen ze beter dan de VS in Vancouver?

 di 20 februari 2018 01:26
De Noorse delegatie overrompelt Zuid-Korea.
Na 10 dagen staat Noorwegen op 1 in de medailletabel van de Winterspelen. Met nog 41 gouden medailles te verdelen, is het record van Amerika in gevaar. De Verenigde Staten veroverden in Vancouver 37 medailles, Noorwegen zit momenteel aan 28.

Noorwegen is altijd een van de toplanden op de Winterspelen geweest. Het land staat op de medaillespiegel aller tijden dan ook op de 2e plaats, net achter Duitsland. Maar zo straf als in PyeongChang presteerde Noorwegen, een land met de helft minder inwoners dan België, nog nooit.

Na opnieuw een succesvolle maandag, met goud voor schaatser Lorentzen en in de landencompetitie bij het schansspringen, staat Noorwegen nu op 28 medailles. 8 meer dan nummer 2 Duitsland.

Op voorhand had de Noorse delegatie op 30 medailles, waarvan 10 gouden, gemikt. Die gouden medailles zijn al binnen, die 30 plakken is slechts een kwestie van tijd. De Noren hebben hun zinnen al gezet op een nieuw doel: het record van 37 medailles voor de VS.

"We hebben een heel sterke equipe", zegt langlaufer Didrik Tønseth. "Er is elke dag minstens één nieuwe gouden medaille. We blijven maar taart eten."

"14 gouden medailles is zeker niet utopisch"

De Noren kunnen ook een ander record uit de boeken skiën, schaatsen en springen: de 14 gouden medailles van Canada, dat ook dateert van de Spelen van Vancouver.

"Ik had eerst gezegd dat we 12 gouden medailles zouden halen, maar nu stel ik dat bij naar 14 titels", zegt skiër Henrik Kristoffersen. "Dat is ambitieus, maar zeker niet utopisch."

De grootste kandidaten voor dat eremetaal de komende dagen zijn de langlaufers (die alles winnen wat los- en vastzit in PyeongChang), de skiërs (met Kristoffersen en Jansrud) en de snowboarders.

De medailleoogst van Noorwegen

Goud:

  • Aksel Lund Svindal (alpineskiën: afdaling)
  • Johannes Thingnes Boe (biatlon: 20 km)
  • Simen Hegstad Krueger (langlaufen: skiatlon)
  • Johannes Hoesflot Klaebo (langlaufen: sprint klassiek)
  • Ragnhild Haga (langlaufen: 10 km vrij)
  • Noorse mannen (langlaufen: 4x10 km)
  • Noorse vrouwen (langlaufen: 4x5 km)
  • Oystein Braaten (freestyleskiën: slopestyle)
  • Marren Lundby (schansspringen: gewone schans)
  • Noorse mannen (schansspringen)
  • Havard Lorentzen (schaatsen: 500 meter)

Zilver:

  • Kjetil Jansrud (alpineskiën: afdaling)
  • Henrik Kristoffersen (alpineskiën: reuzenslalom)
  • Ragnhild Mowinckel (alpineskiën: reuzenslalom)
  • Marte Olsbu (biatlon: 7,5 km sprint)
  • Martin Johnsrud Sundby (langlaufen: skiatlon)
  • Simen Hestad Krueger (langlaufen: 15 km vrij)
  • Marit Bjørgen (langlaufen: skiatlon)
  • Maiken Caspersen Falla (langlaufen: sprint klassiek)
  • Johann Andre Forfang (schansspringen: gewone schans)

Brons:

  • Kjetil Jansrud (alpineskiën: super-G)
  • Emil Hegle Svendsen (biatlon: massastart)
  • Tiril Eckhoff (biatlon: massastart)
  • Hans Christer Holund (langlaufen: skiatlon)
  • Marit Bjørgen (langlaufen: 10 km vrij)
  • Robert Johansson (schansspringen: normale schans)
  • Robert Johansson (schansspringen: grote schans)
  • Sverre Lunde Pedersen (schaatsen: 5.000 meter)