Ga naar de inhoud

BOIC: "Groot misverstand dat wij in iedereen hier zwaar investeren"

 ma 19 februari 2018 14:51
Iets over halfweg de Spelen maakt Sporza een eerste balans op met het BOIC. Waarbij ook de vraag of de investeringen renderen niet uit de weg werd gegaan. "Misschien moeten we nog specifieker inzetten op disciplines waarin we effectief kansen hebben", stelt High Performance Manager Tom Coeckelberghs.

Met delegatieleider Gert Van Looy werd gepeild naar de sportieve evaluatie: "Zoals altijd op de Spelen is het een mix van resultaten."

"We hebben een aantal heel mooie prestaties van atleten van wie we het ook verwacht hadden. Bart Swings reed 3 heel mooie wedstrijden, Seppe Smits haalde de finale van het slopestyle, waarin hij jammer genoeg niet doorbrak. Ze bewezen dat ze er stonden."

"Dan zijn er een paar jongeren, van wie we geen echte topresultaten verwachtten, maar die toch redelijk presteren. En dan waren er uiteraard ook wat prestaties waar we meer verwacht hadden: in het biatlon en een beetje ook in het skeleton."

"Als er talent is, kunnen we skimedailles pakken"

Het gesprek met topsportleider Coeckelberghs vond plaats net nadat Sam Maes 32e was geworden in de reuzenslalom. Kim Vanreusel en Marjolein Decroix deden het een stuk minder goed. De vraag is of België ook medailles kan halen in het alpineskiën?

Coeckelberghs wikt en weegt: "Als er talent is, denk ik dat het effectief kan. In Vlaanderen hebben we indoorbanen met kunstsneeuw waar een goeie basis kan gelegd worden. Of daar dan een toptalent kan uitgroeien in slalom of reuzenslalom is bijzonder moeilijk."

"Misschien moeten we er eens over nadenken om meer richting het freestyle te gaan, waar meer mogelijkheden zijn en de groep internationaal kleiner is."

Het blijkt dat je in een alpien land moet gaan wonen, wil je scoren in het skiën. "Sam toont dat. Hij is dicht bij zijn ambitie, de top 30, geëindigd. Maar hij woont in Oostenrijk, heeft daar alle faciliteiten. Die steile pistes hebben wij niet."

"Skiesters zijn hier geraakt met eigen middelen en verdienen dit"

De volgende vraag die zich stelt, is of een 40e plaats alle investeringen van de overheid - in talentdetectie, in talent - waard is. Coekelberghs' antwoord is opnieuw tweeledig: "Ten eerste vind ik dat we een heel verscheiden sportaanbod moeten hebben."

"Ten tweede is het misschien toch wel een echt misverstand dat er zwaar geïnvesteerd wordt in iedereen die hier is. De dames in het skiën bijvoorbeeld zijn hier geraakt met eigen middelen. Daar zijn geen subsidies en geen geld van het BOIC naartoe gegaan."

De skiesters investeren in zichzelf met de steun van hun ouders en privésponsors. Met eigen middelen haalden ze de internationale criteria, dus kan het BOIC niet anders dan ze meenemen. "Ze hebben heel hard gewerkt en hebben hier hun moment gehad om te tonen wat ze waard zijn. Ze hebben dat dan ook verdiend", vindt Coeckelbergs.

"Misschien moeten we specifieker gaan"

Nederland is in Zuid-Korea in 4 sporten: schaatsen, shorttrack, slopestyle en skeleton. En het is succesvol. België doet mee aan 9 sporten. Moeten wij niet het roer omgooien en meer in nichesporten (snowboard, skeleton,...) investeren om medailles te halen? "Ik denk dat we dat al voor een heel groot stuk doen."

"De biatleten zijn hier ook met hun eigen middelen. Er wordt al sterk gekeken naar de disciplines waarin we effectief kansen hebben en waarop we extra inzetten. Misschien moeten we dat nog wat meer doen en specifieker gaan."

"Maar dat is ook risicovol: je ziet hier elke dag dat het niet alleen de topfavorieten zijn die top 8 en podiums pakken."

"De vijver moet groot genoeg worden. En waarvoor kiest de jeugd?"

België heeft geen infrastructuur zoals Nederland om te schaatsen. Maar misschien kunnen we in shorttrack wel iets bereiken, dat lukte in het verleden ook al.

Coekelberghs blijft in de eerste plaats hameren op een brede werking: "De eerste vereiste is dat de vijver groot genoeg wordt. We moeten met de overheden blijven investeren in de federaties, zodat die een goeie, brede werking kunnen organiseren. Als die er is, is er ook een grotere kans om talenten eruit te pikken en om resultaten te boeken op latere leeftijd."

En de vijver wordt groter als er veel Belgen naar de Winterspelen gaan? "Hoe dat komt, dat is altijd de vraag. Sommige sporten zijn heel hard gebaat geweest bij voorbeelden op de Spelen, die voor een grotere instroom zorgden. Het is afwachten hoe de jeugd reageert. En of de jeugd blijft kiezen voor de traditionele sporten of voor de nieuwe disciplines op de Spelen."

Snowboard als voorbeeld: "Ik geloof dat succes maakbaar is"

Coeckelbergs komt uit het snowboarden. Daar zit heel wat talent en met Seppe Smits heeft ons land een wereldtopper. "Ik geloof dat succes voor een stuk maakbaar is. Door een goeie structuur, gerichte investeringen en kwaliteitsvol werken met talentvolle jongeren die erin geloven. Door samen te werken kunnen we die op een bepaald niveau brengen. En vanaf dan is het heel afhankelijk van het intrinsieke talent van een atleet. Maar ik denk dat het kan."

Van Looy: "Nemen iedereen mee, maar niet iedereen kreeg vooraf ondersteuning"

Delegatieleider Van Looy krijgt nog het laatste woord over de brede selectie van de Belgen. Voor de Zomerspelen ligt de lat van het BOIC ergens op een top 16-plaats. Liggen de normen voor de Winterspelen lager? "In de zomer wordt ook iedereen die zich selecteert meegenomen. Dat is de beleidskeuze. Al zijn er ook discussies of de criteria van het IOC naar de internationale federaties toe streng genoeg zijn."

"Maar het is ook een keuze om de mensen die top 16 of top 8 kunnen halen, zo goed mogelijk te omkaderen, ook in de voorbereiding. Wie zich kan plaatsen en hier voor een beste prestatie wil gaan, zullen wij hier ter plekke goed ondersteunen. Maar de voorbije jaren hebben ze wellicht weinig ondersteuning gekregen."