Browaeys: "Toekomst van het vrouwenvoetbal ziet er goed uit"

De Red Flames hadden vorige week een stageweek in Tubeke en  vrijdag had bondscoach Ives Serneels wel een hele grote groep voor zich: de Yellow Flames (14-jarige meisjes) mochten een voormiddag meetrainen met hun grote voorbeelden.

“Zij dromen ervan om ook een Red Flame te worden, dit was dan ook een geweldige ervaring”, zegt Bob Browaeys. Hij ziet dat er ook steeds meer meisjes beginnen te voetballen.

“Het succes van de Red Flames speelt daarbij zeker een rol, maar ik denk dat onze amateurclubs de grootste verdienste hebben. Zij werken steeds beter en daardoor beginnen meisjes nu al vanaf 5 of 6 jaar te voetballen.”

In december organiseerde Voetbal Vlaanderen al een kennismakingsstage voor 12- tot 14-jarigen en daar namen liefst 170 meisjes aan deel. “De toekomst van het vrouwenvoetbal ziet er dus goed uit”, zegt Browaeys.

“En wat meer is: wij zijn er van overtuigd dat die meisjes ook international kunnen worden. Qua mentaliteit en inzet zijn onze Yellow Flames zelfs een voorbeeld voor de jongens.”

En Browaeys kan die vergelijking wel maken, want zelf traint hij ook de nationale U16 bij de jongens. En de Yellow Flames spelen ook iedere week tegen de jongens (in de interprovinciale U14-competitie).

“De meisjes kunnen zich in die competitie het best ontwikkelen. Jongens hebben iets meer kracht en dan is het aan de meisjes om op technisch en tactisch vlak de juiste oplossingen te vinden. Daarin hebben ze al heel veel progressie gemaakt.”

Zijn de Yellow Flames al beter dan de Red Flames op die leeftijd? Dat wil Browaeys niet gezegd hebben. “Maar we werken intussen al 20 jaar met de meisjes in topsportscholen en wat zeker is: 10 jaar geleden was er niet zoveel talent."

"Dus ik beweer niet dat ze beter zijn, maar het aantal beloftevolle speelsters, dat is misschien zelfs 4 keer zoveel als toen. En hoe meer keuze je hebt als federatie, hoe beter je nationale ploeg zal worden.”

En wat is dat internationaal dan waard? Het is nog vroeg om dat in te schatten, want pas vanaf hun vijftiende spelen de meisjes interlands.

“Maar we merken wel dat de U15 en U17 competitiever zijn tegenover de grote landen. Hopelijk gaan ook zij de komende jaren naar een EK en waarom niet ook naar een WK, of zelfs de Olympische Spelen?”

De Yellow Flames - jonge en beloftevolle speelsters dus - worden nu verzameld in de topsportschool in Leuven. Daar voetballen en leven ze samen.

“Voor dat project was het volleybal onze inspiratiebron. Zij groeperen de betere meisjes in Vilvoorde en halen daarmee op het allerhoogste niveau mooie resultaten. Wij willen hier nog stappen in zetten en we willen de begeleiding nog verbeteren”, legt Browaeys uit.

“Maar de sfeer in Leuven, waar de meisjes ook op internaat zitten, is fantastisch. Ze maken elkaar daar elke dag beter. Dat is de bedoeling van dit project.”