Belgische waterpolowereld is boos: "Er blijft ergens geld plakken"

Afgelopen weekend vond in het Wezenbergbad van Antwerpen een mooi waterpolotoernooi plaats. De 4 deelnemers: het Antwerpse KAZSc, het Nederlandse Polar Bears, het Duitse Duisburg en het Spaanse Barcelona.

KAZSC, de ongeslagen leider in de Belgische competitie, verloor zijn drie wedstrijden kansloos met grote cijfers. Niet verwonderlijk, want ons land telt internationaal al een tijdje niet meer mee. Zo beschikt België bijvoorbeeld al ruim 10 jaar niet meer over een nationale mannenploeg. De laatste deelname aan Olympische Spelen dateert van 1968, de laatste EK-deelname van 1974.

De Belgische waterpolowereld is niet gelukkig met de gang van zaken en schiet met scherp naar de overkoepelende zwembond KBZB, die volgens de waterpolomensen te weinig voor hen doet. De clubs willen meer autonomie en overwegen zich desnoods af te scheuren van de zwembond.

Daniel Motton, voorzitter van KAZSC, duidt eerst het verschil tussen de Belgische clubs en bijvoorbeeld een Spaans topteam als Barcelona, dat met 3-23 won van de Antwerpenaren.

"Het verschil is de beschikbaarheid van een zwembad en dan vooral de mogelijkheden om dat zwembad te gebruiken", zegt Motton.

"Voor het zwemmen is hier, vlak naast het oorspronkelijke zwembad, een prachtig complex gebouwd voor de topzwemmers. Maar er mag geen bal binnen."

"In het Wezenbergbad mogen we dan weer maar twee keer per week 's avonds met een bal spelen. Dat is te weinig om topniveau te halen." Ter vergelijking: Barcelona met zijn professionals traint 2 (of zelfs 3) keer per dag.

Ten tweede: "Een club als Barcelona heeft twee Nederlanders in haar selectie. Die worden door de Nederlandse bond betaald om daar mee te trainen en hun niveau op te krikken. Hetzelfde met een Russische speler bij Barcelona die door de Russische bond betaald wordt. Zoiets bestaat niet bij ons."

Fabrice Weise is de directeur waterpolo binnen de KBZB. Hij schiet met scherp: "Waterpolo is een onderdeel van de Belgische zwembond. En zoals het woord het zelf zegt: de zwembond is vooral geïnteresseerd in zwemmen. De bestuurders van de zwembond liggen niet wakker van onze sport. Er is te weinig respect."

"Het waterpolo in België wordt intussen steeds groter. Zwemmen is op zich een saaie sport, maar gooi een bal in het water en je hebt een zeer attractieve sport. De jeugd is daar zot van. Wij hebben ook goeie jeugdspelers. Zo hebben we onlangs een zeer mooie overwinning geboekt in Nederland."

"Wij willen dus verder evolueren, meer inspraak en de structuren hertekenen. We willen ons niet per se losscheuren van de zwembond, maar wel een autonoom bestuur creëren. Dan kunnen we zelf over ons geld beschikken, want dat geld is er. Wij betalen vanuit het waterpolo immers lidgeld en licenties aan de zwembond."

Daniel Motton van KAZSc stelt zich grote vragen. "Ik weet niet wat de zwembond doet. Ik weet dat we elk jaar veel geld doorstorten naar de federatie, maar wat er met dat geld gebeurt? Daar heb ik het raden naar."

"De bond moet zijn kleinere sporten promoten, maar ik vrees dat het waterpolo het zwemmen sponsort. Ergens blijft er geld plakken en dat is niet bij de waterpoloclubs. Het financiële plaatje is niet transparant."

"De clubs, ook de onze, willen mee onderzoeken of we een aparte bond kunnen oprichten: is dat financieel haalbaar, krijgen we de steun van Sport Vlaanderen, enzovoort? Het is de bedoeling dat we sneller beslissingen kunnen nemen en als club sneller gehoor en begrip krijgen. Want nu zijn we het vijfde wiel aan de wagen."

Is er dan geen geregeld overleg met Michel Louwagie, de voorzitter van de KBZB? Weise: "Hij heeft het druk met het voetbal, hé (Louwagie is ook manager van AA Gent, red)."

"Toch willen wij als goeie Belgen in dialoog blijven gaan, dus ook met de bond. En dan hopen dat het gezond verstand zegeviert. Als blijkt dat die mensen zich niet betrokken voelen bij onze sport, moeten ze het fatsoen hebben om te zeggen: dan mogen jullie het zelf doen."

"Desnoods stappen we naar het BOIC. Als het moet, zullen we het spel hard spelen, maar we blijven correct. We hopen dat de tegenstander dat ook is." Op 17 januari is er een vergadering gepland met de zwembond. Weise: "Ik heb een uitnodiging gekregen, zonder te weten wat ik mag verwachten. Ik ben alvast in blijde verwachting."

Tot slot: de nationale mannenploeg. Hoe is het zo ver kunnen komen dat die al 10 jaar niet meer in het bad gedoken is? Jorn Dams, de trainer van KAZSc, ziet het met lede ogen aan.

"Ik heb zelf het geluk gehad om internationaal te kunnen spelen, maar intussen bestaat de nationale ploeg inderaad al meer dan 10 jaar niet meer. Dat is onbegrijpelijk. Onze spelers hebben geen enkele internationale ervaring", zegt Dams.

"Elke sport wil en moet zich meten met andere landen. Alleen zo kun je zien waar je staat. Je hoeft niet ver te gaan: Nederland, Frankrijk en Duitsland liggen vlakbij. Daar wordt het waterpolo wel op een goeie manier begeleid vanuit de bond. Daar moeten we dus naartoe."

Fabrice Weise: "De problemen met de nationale ploeg zijn grotendeels te wijten aan de regionalisering van onze sport. De middelen komen nu van Vlaanderen én Wallonië. Die middelen zijn zo uiteenlopend dat er altijd wel één groep is die niet meekan in het verhaal."

"Ik wil de beste selectie, dat wil zeggen: de beste Belgen. Ik wil geen selectie van een aantal Nederlandstalige en een aantal Franstalige spelers, omdat ze Nederlandstalig of Franstalig zijn."

"We zijn nu, met de mannen, vrouwen en jeugd, wel ingeschreven voor een internationaal toernooi in Praag. Het inschrijvingsgeld is betaald, maar de zwembond doet moeilijk en zorgt ervoor dat we geen tickets kunnen reserveren. Dat is hallucinant, maar het is zo..."