Voorzitter Beerschot Wilrijk: "Tot onze verbazing was er geen net"

De beelden in de catacomben logen er niet om, Eric Roef was gisteren boos. "We kunnen niet gelukkig zijn met wat gisteren gebeurd is: wij veroordelen als club elke vorm van geweld", zegt de voorzitter van Beerschot Wilrijk.

"Maar als je ziet dat een club beslist om uit financiële overwegingen een volledig afgesloten bezoekersvak achter het doel in te wisselen voor een vak op enkele meters van een vak met thuissupporters, dan verwachten we dat de veiligheid van die mensen gegarandeerd wordt."

"Vanuit de stad Lier was de vraag gekomen om een net te hangen tussen beide vakken, maar tot onze verbazing was dat er niet. Dat er geen geld was voor een net? Dat is wat een bestuurder van Lierse tegen ons gezegd heeft. Dan stellen wij ons vragen."

"We mogen stellen dat er een provocatie is geweest en dat beide partijen daarbij betrokken zijn geweest", zegt Roef. "De eerste vuurpijl kwam uit het vak van Lierse, maar dat betekent niet dat de reactie goed te praten is."

"We gaan als club zeker met onze supportersclubs praten om dat in de toekomst te vermijden. Want dit kunnen we missen als kiespijn. We zullen proberen om de betrokkenen te achterhalen via tv-beelden.

"We moeten als club het standpunt innemen dat dit onaanvaardbaar is. Maar aan de andere kant heb ik ook veel rustige supporters gezien die woedend waren over wat er gebeurd is."

Hoe moet dat dan in de toekomst? "Gisteren is gebleken dat men de supporters beter op ruime afstand van elkaar zet. Blijkbaar lukt het niet zo goed tussen ons supportersgroepen. Daar had Lierse – gezien de vorige problemen – rekening mee moeten houden, maar tot onze verbazing heeft men dat niet gedaan."