Bakelants: "We moeten stoppen met Lance Armstrong te demoniseren"

Jan Bakelants moest in de Tour vooral Bardet helpen. Werden zijn vleugels geknipt door de ploeg? "Ja dat wel, maar het is aangenaam om voor Bardet te werken. Oliver Naesen werd nog het meest gekortwiekt. Voor de positionering was hij enorm belangrijk. Die Fransen zijn heel goeie klimmers, maar als de ruimtes klein worden knijpen ze heel snel de remmen dicht. Oliver moest bij Bardet blijven."

Vooral in de rit naar de Izoard had Bakelants het moeilijk met de ploegtactiek. "Ik zat in de vlucht, maar al van bij de voet werd gezegd dat ik me moest laten uitzakken. Ik vind dat Vuillermoz en Frank daar moeten versnellen en Bardet dan tot bij mij moet springen en dan kan ik nog eens een beurt trekken."

"Ik liet me dan zakken en dan kwam Vuillermoz naast mij rijden. Daar kon ik helemaal niet tegen. Ik vind niet dat ik te hard reed. Die andere mannen reden wel een tempo, maar dat was niet lastig genoeg voor Landa en Kwiatkowski. Toen ik doorging, trokken ze toch bekken.

"Zo moet het gebeuren. Als we wilden winnen, moesten we minstens een minuut pakken. Een keer goed versnellen, dat doet de helpers van Sky pijn. Die motor is zo groot, die doe je niet pijn met vijf of tien minuten 400 watt te rijden."

"Daar is niet achteraf niet over gepraat. Dat is jammer. Had een constructief gesprek kunnen zijn: "Hoe kunnen we dit in de toekomst nog beter doen?"."

In de discussie over de Superstrijdlust werd ook de podcast van Lance Armstrong aangehaald. "Ik heb het niet gezien, maar ik vind het fantastisch dat hij zich in die discussie mengt", vertelt Bakelants.

"We moeten stoppen met Armstrong te demoniseren. Het is ook schandalig dat Ullrich niet uitgenodigd werd in Düsseldorf. Virenque, Jalabert,... ze zijn hier allemaal."

"Ik wil ze geen eten geven, de mensen die vroeger aan de pot gezeten hebben en nu hier rondlopen."

De Belgen gingen zonder ritzege naar huis. "Ze hebben zich wel laten zien in ontsnappingen en dat is allemaal zeer goed en zeer mooi, maar wat levert het op? Waarom al die vroege ontsnappingen? Laat ze samenblijven tot 80 kilometer van de meet en koers dan. Ik begrijp het soms niet meer", vertelt Planckaert.

Ligt dat ook aan het parcours? "De massasprints waren te gemakkelijk", zegt Bakelants. "Een massasprint mag van mij, maar bijvoorbeeld in Luik hadden ze toch even een klimmetje van twee kilometer in het parcours kunnen stoppen. Dat doet sprinters pijn, maar als ze in vorm zijn rijd je ze er niet af."

"Als er zo'n heuvel in die finale zit dan zouden renners als Van Avermaet, Gilbert, ik zeker eens iets proberen. Dan komt er wel eens een moment dat je met zes over de top geraakt en dan ben je misschien weg."

"Je moet die drempel van 60 kilometer per uur breken in die finale", zegt Planckaert. "Dan kan je tenminste demarreren. Zoals in de Italiaanse koersen van vroeger."

Bakelants pikt in: "Daarom is de Giro vaak interessanter. Daar zit altijd wel iets in de finale. Dat kan iets klein zijn. Hier mist het vaak een beetje peper en zout."

Een interview met Jan Bakelants levert doorgaans wel een sappige uitspraak op. Vive le Vélo zette zijn beste interviews tijdens deze Tour op een rijtje.

Bakelants en Planckaert waren wel onder de indruk van de zeges van Marcel Kittel. "Hij doet het zonder trein. Hij wacht op een opening en gaat dan als een sneltrein iedereen voorbij."

"Als de sprint nog 2 kilometer langer duurde, had Kittel de Tour gewonnen", grapt Planckaert. "Hij is gewoon te sterk."