Ga naar de inhoud

Wordt parkour de next big thing op de Olympische Spelen?

 do 6 juli 2017 14:46
Nico Vanhole (bekend van Ketnet) is een verwoed freerunner.
Parkour of freerunning is een jonge sport die snel aan populariteit wint bij tieners. Ze springen, wippen en klimmen over muurtjes, speeltuigen en trappen. De gymnastiekfederatie wil de spectaculaire discipline op het olympische programma. Voor de freerunners zelf is dat geen must.

Uitdagingen zoeken in je omgeving

In de Vietnamoorlog was het een ontsnappingstechniek, in de Parijse buitenwijken werd het een sport. Vandaag is parkour (of freerunning) trending en veel meer dan een sport alleen.

"De eerste jaren is het een sport omdat je de basistechnieken moet aanleren en je jezelf moet leren beschermen bij valpartijen", vertelt freerunner Robbe Colman, "maar eenmaal daar voorbij wordt het een levensstijl of kunstvorm."

"Parkour is voor mij een vrije bewegingsvorm of een sport waarbij je je lichaam gebruikt om uitdagingen te zoeken in je omgeving", legt Nico Vanhole uit.

Succesvol bij 14- tot 18-jarigen

Parkour heeft geen eigen federatie. En daar ziet de internationale gymnastiekfederatie een unieke kans. Dat wil parkour inlijven om er een olympische discipline van te maken.

Robbe Colman: "We zijn een eigen discipline en willen dat niet overlaten aan iemand anders. Je gaat ook niet door de petanquefederatie laten beslissen wat er met badminton gebeurt."

Er zijn raakvlakken tussen parkour en gymnastiek, maar ook verschillen.

Nico Vanhole: "Het gaat er bij parkour niet om om een bepaalde beweging tot in de perfectie kunnen, maar net om ze te gebruiken in verschillende situaties. Daarom trekken we veel 14- tot 18-jarigen aan. Net de leeftijd dat veel jongeren de sportclub vaarwel zeggen. Hier is een veel grotere bewegingsvrijheid."

Anticompetitie

Ook de Vlaamse gymfederatie richtte haar pijlen al op de freerunners en heeft er nu al 1.500 onder haar leden.

"We willen vooral ondersteunend werken en niet de sport overnemen. Daar is niemand bij gebaat", vertelt Lode Grossen van de federatie. "Vergelijk het met BMX. Die discipline is olympisch geworden, maar behoudt haar eigenheid en wordt niet gelinkt aan het wegwielrennen."

En dat wil de internationale gymnastiekfederatie heel graag: parkour als nieuwe olympische sport. Voorwaarde is wel dat er competities op poten worden gezet. En daar wringt het schoentje.

Robbe Colman: "Ik ben anticompetitie. Je gaat mensen stimuleren om dingen te doen waar ze niet klaar voor zijn. Parkour doe je voor jezelf."

Nico Vanhole: "Als competities op een positieve manier georganiseerd worden, waarbij iedereen meedoet voor plezier, kan het geen kwaad. Maar als die visie verdwijnt, hebben we een probleem."

Bekijk de Sportweekend-reportage: