Ga naar de inhoud

Naesen: "De puzzelstukjes vallen eindelijk in elkaar"

 zo 25 juni 2017 18:00
Naesen mag zijn trui tonen in de Tour.
Oliver Naesen mag een jaar lang pronken met de Belgische driekleur om de schouders. "Ik voelde dat ik de sterkste was van de kopgroep", reageert de kersverse nationale kampioen. "Ik ben helemaal klaar voor een goede Tour."

Voor het BK stond de zegeteller van Naesen dit seizoen nog op 0, maar met de Belgische titel heeft hij meteen een mooie prijs binnen. "Het is de puzzel waar ik al het hele voorjaar op gewacht heb, die in elkaar valt", reageerde hij meteen na de aankomst.

"Ik voelde in de groep dat ik de sterkste was, maar je zit met 3 heel sterke mannen. Normaal gezien zijn Jens (Keukeleire) en Jasper (Stuyven) sneller, maar na zo'n koers is alles mogelijk. Daar had ik vertrouwen in."

"Heel de kopgroep had het gevoel dat ze konden winnen, want het waren sterke beren. Met die grote groep wou ik koersen zonder na te denken, maar met die kleine groep wist ik dat er muziek in zat."

"Sep (Vanmarcke) ging van heel ver en nam een gaatje. Ik pakte de slipstream en ging erover. Op de streep voelde ik dat ik er met het randje van mijn tube over was. Ik had mijn fiets van onder mij gesmeten als het moest."

"Ik wist dat ik de benen had, want ik ben helemaal klaar voor een goede Tour. Maar op zo'n parcours is het een loterij. Dat ik als Belgisch kampioen naar de Tour mag? Ik besef het nog niet goed. Ik trek naar de Tour met een dubbel doel: het podium halen met Bardet en zelf een rit winnen", voegde Naesen er nog aan toe in de Sporza-studio.

Vanmarcke: "Ontgoocheld, maar ben stilaan weer op mijn oude niveau"

Vanmarcke ging als eerste aan in de sprint, maar werd nog teruggefloten door Naesen. "Mijn broer had vanuit de volgauto gezegd dat ik vroeg moest aangaan om de rest te verrassen", legt Vanmarcke uit.

"Op de kasseistroken zat iedereen klaar omdat ze verwachtten dat ik zou gaan. Die kasseien lagen er te mooi bij om veel te forceren. Maar uiteindelijk zijn het wel 5 klassieke jongens die de finale rijden. Ik heb een goede sprint gereden en viel niet echt stil, maar Oliver is gewoon heel sterk."

De ontgoocheling bij Vanmarcke was groot. "Ik had liever gehad dat hij mij met 2 meter klopte dan met 5 centimeter. Hij was de sterkste, maar ik was er zo dicht bij. Ik verlies alweer."

"Maar na die val in de Ronde van Vlaanderen en mijn maagproblemen ben ik stilaan weer op mijn oude niveau. Daar moet ik me aan optrekken. De bedoeling is dat ik vanaf augustus weer top ben en dat kan doortrekken naar het WK", blikt Vanmarcke vooruit.

Stuyven: "Kan ik leven met brons? Jammer genoeg niet"

"Ik had niet de beste dag", stak Jasper Stuyven van wal. Om de een of andere reden slaag ik er dit jaar niet in om mijn kansen af te maken. Sep ging net op het moment dat ik wou gaan. Ik moest even inhouden en kwam er niet meer over."

"Niemand was echt nog super, anders waren er wel snedigere demarrages geweest. Ik denk dat iedereen op zijn tandvlees zat. Ik dacht dat ik met Jens het goede wiel had, maar ik maakte blijkbaar de verkeerde keuze."

"Het waren de sterke renners die vooraan zaten. Het zag er niet zo uit, maar het was een slopende wedstrijd. De kasseien gaven niet de doorslag, het was al het bochtenwerk dat voor de slijtage heeft gezorgd."

"Of ik kan leven met brons? Jammer genoeg niet."

Keukeleire: "Zat op mijn limiet in de laatste halve ronde"

"Ik was heel de koers goed", zegt Jens Keukeleire. "Alleen in de laatste halve ronde voelde ik dat ik op mijn limiet zat. Ik had rust nodig om de beentjes op te laden. Misschien ben ik te gretig geweest toen we wegreden."

"Het moest stilvallen opdat ik mijn benen kon terugvinden, maar dat gebeurde niet. Het was een mooie groep en we hebben een mooie finale gezien. De sterkste heeft gewonnen vandaag."

Van Hooydonck: "Ik dacht: ik mag echt niet lossen"

Nathan Van Hooydonck was de verrassende naam in de kopgroep. "Vanmorgen had ik dit echt niet gedacht. Als ik Greg kon helpen tot in de finale, zou mijn koers goed geweest zijn. Die mannen demarreerden en toen zat ik in het wiel van Jens (Keukeleire)."

"Ik keek achterom en dacht dat Lampaert en Wellens er nog bij zouden zitten, maar we waren nog maar met 5. Toen dacht ik: ik mag echt niet lossen."

Ik heb bijna nog nooit 240 kilometer getraind, laat staan gekoerst", vertelt de 21-jarige neo-prof. "Ik wist niet hoe ik ermee zou omgaan. Ik voelde op het einde dat het beste eraf was."