Wat schuilt er achter het grote geld van de Hockey India League?

Voor het vijfde jaar op rij is India zes weken lang opnieuw het centrum van de hockeysport. Met de nadruk op opnieuw, want net daar is het de Indiërs om te doen.

"India heeft het hockey decennia gedomineerd, maar is die dominantie rond de jaren 70 langzaam kwijtgeraakt", zegt Demarez.

"Andere landen in Europa en de Angelsaksische wereld hebben zich ontwikkeld terwijl India is blijven stilstaan. Er wordt nog altijd meer hockey gespeeld dan cricket, maar hockey is veel duurder."

"Het begin van de val was de opkomst van kunstgras en watervelden in het hockey. Er werd te weinig geïnvesteerd in India en een handvol talentrijke spelers samen zetten was gaandeweg niet meer voldoende."

"De Hockey India League is een poging het hockey opnieuw op te waarderen. Dat doen ze door hun eigen spelers met buitenlanders te laten spelen en door buitenlandse coaches aan te trekken."

"Het is geen toeval dat vijf van de zes coaches in de Hockey India League buitenlanders zijn. Ze doen alles om hun eigen spelers beter te maken. Het grote doel is zo snel mogelijk opnieuw olympisch kampioen worden."

Het herstel van de nationale eer in het hockey mag zoals bekend iets kosten. Dit jaar gingen meer dan 40 buitenlandse spelers in op het voorstel om tijdens het tussenseizoen uitgeleend te worden aan een Indiaanse club. In ruil voor grof geld wel te verstaan.

"De Indiërs willen sterren in hun competitie en betalen daar voor. Twee jaar geleden was Tom Boon nog de best verdienende speler ooit. Hij kreeg toen 60.000 dollar voor zes weken. Voor een hockeyspeler is dat een jaarloon. Vorig jaar brak de Duitser Möritz Fürste het record met een loon van 100.000 dollar."

"Dit jaar liggen de lonen iets lager. De competitie wil een beetje af van de reputatie van "Pak de Poen Show". De best betaalde buitenlander is  de Duitser Christopher Ruhr. Hij verdient "maar" 75.000 dollar. De best betaalde speler is de Indiër Gurbaj Singh. Hij krijgt 99.000 dollar."

Ook vier Belgen zijn er dit jaar bij : Florent van Aubel en Arthur Van Doren spelen voor Uttar Pradesh. Vincent Vanasch verdedigt het doel van Delhi Waveriders. En Emmanuel Stockbroekx draagt het shirt van Dabang Mumbai.

"De keuze voor de Belgen ligt helemaal in de lijn van de Indische selectiecriteria. Vanasch behoort als doelman tot de top vijf van de wereld. Van Aubel is een spectaculaire speler en Van Doren en Stockbroekx zijn aanstormende talenten. Tom Boon had een moeilijk jaar en is er niet bij."

"In jaren waarin de Olympische Spelen worden georganiseerd mogen veel spelers uit Europa niet richting India. Australiërs wel, zij hebben een samenwerking met India. In oneven jaren is de Hockey India League daardoor altijd wat sterker."

Interessant aan de Hockey India League is ook dat er geëxperimenteerd wordt met nieuwe regels. Die wijken sinds vorig jaar lichtjes af. Een veldgoal levert in India niet één, maar twee punten op. Een strafcorner blijft één punt.

"Indiërs spelen avontuurlijk hockey. Ze hebben geen boodschap aan beredeneerd spel, daar valt geen eer mee te rapen. Indiërs willen aanvallen en dribbelen. Verdedigen is bijzaak", zegt Eddy Demarez.

"Internationaal worden die alternatieve regels nog niet overgenomen, maar voor landen die positief hockey spelen, zoals België of Nederland, zouden ze wel positief zijn."

Twee Belgen kwamen afgelopen weekend al in actie in India. Vanasch verloor zijn eerste wedstrijd met Delhi Waveriders met 1-0 tegen Kalinga Lancers. Dabang Mumbai, de ploeg van Stockbroekx, speelde in de openingsmatch 3-3-gelijk tegen Ranchi Rays.

Uttar Pradesh, de club van Florent van Aubel en Arthur Van Doren, speelde nog niet.