Ga naar de inhoud

"Doping en hoeren in de Tour": voorpublicatie van biografie Thomas Dekker

 di 15 november 2016 00:02
Thomas Dekker gebruikte bloeddoping bij Rabobank.
Vandaag verschijnt "Thomas Dekker, mijn gevecht". In dat boek vertelt de ex-renner over zijn drang naar succes en zijn dopinggebruik. Wij selecteren een paar opvallende passages uit het levensverhaal van het Nederlandse toptalent dat van zijn voetstuk tuimelde.

2006: De ontmoeting met dokter Fuentes

Thomas Dekker schiet pijlsnel naar boven in het wielerfirmament. Als belofte rijdt hij al mee met de beste profs. Maar Dekker komt ook in aanraking met doping.

Het begint met injecties, maar in het voorjaar van 2006 brengt zijn manager hem in contact met Eufemiano Fuentes. Die Spaanse dokter zou enkele maanden later de spilfiguur blijken van Operacion Puerto.

"Ik dacht dat het anders zou zijn, de eerste keer. Maar er is niets spannends aan"

Ik lig op het bed met mijn trainingsbroek en een T-shirt aan. Ik heb niet eens de moeite genomen om mijn schoenen uit te doen. In mijn arm steekt een dikke naald met een infuus. Door het slangetje loopt mijn bloed. Het is donkerrood. Het stroomt langzaam in de zak op een elektronische weegschaal die op de grond staat.

In de hoek van de kamer, ver van het licht, zit een man op een stoel. Hij wiegt met zijn voet terwijl hij iets in zijn agenda schrijft. Om de paar minuten kijkt hij op de weegschaal. Ik heb hem een halfuur geleden ontmoet, in de lobby van het hotel. Hij stelde zich voor als dokter Fuentes.

Er hangt een sigarettenwalm om hem heen en hij heeft een gezicht dat je meteen weer vergeet. Zijn pantalon is beige en hij draagt een overhemd met ruitjes. We hebben nauwelijks een woord met elkaar gewisseld. Zijn Engels is gebrekkig en ik spreek geen woord Spaans.

Volgens mij weet hij niet eens wie ik ben. Dat maakt ook niet uit. Ik ben hier niet om te praten. Ik staar naar het bloed in de zak. Het is alsof het niet van mij is. Alsof het nep is.

Ik had gedacht dat het anders zou zijn, de eerste keer. Spannender, nerveuzer – als snoep jatten in de buurtwinkel. Maar er is niets spannends aan. Ik voel me ook niet nerveus. Dit is zakelijk. Doping is business. Maar dan wel business waar zo min mogelijk mensen van mogen weten.

Na een kwartier staat dokter Fuentes op van zijn stoel. Hij haalt het infuus uit mijn arm en dept het bloed weg met een watje. Hij geeft me een markeerstift en zegt met een zwaar accent tegen me: "I give you number. Twentyfour. Two four. You must write here." Hij wijst naar de volle zak met bloed.

Ik ga rechtop zitten, pak de stift aan en schrijf het nummer op de zak. Hij knikt en zegt daarna: "We are done." Ik trek mijn trainingsjack aan en geef hem een hand. Hij doet de deur open en mompelt nog iets wat ik niet versta.

Ik stap naar buiten, de gang in, waar het licht zo fel is dat het pijn doet aan mijn ogen. De deur valt achter me dicht. Vanaf hier is er geen weg meer terug.

2007: Epo en escortes op de hotelkamer tijdens de Tour

In 2007 staat Thomas Dekker voor de eerste (en laatste) keer aan de start van de Ronde van Frankrijk. Hij deelt tijdens die Tour de kamer met Michael Boogerd, zijn jeugdidool. Ze gebruiken allebei Dynepo, een nieuwe soort epo.

"Als er zoiets bestaat als een normaal leven, dan zijn we er compleet van losgeslagen"

De start is in Londen. We zijn er al een kleine week van tevoren. Op de donderdag voor de Tour is er een controle van de UCI. Mijn hematocriet is 45, dat van Michael 50. Hij zit op het randje van het randje. Hij is een risico: één puntje hoger en hij valt door de mand bij een dopingcontrole.

De artsen van de ploeg stellen voor om elke morgen om zes uur, vóór de controleurs kunnen aankloppen, een infuus met water in zijn lichaam te laten lopen. Daar zakt je hematocriet twee à drie punten van. "Goed plan", zegt Michael. Diezelfde avond zitten we ons op de kamer te vervelen. We hebben samen een fles wijn opengetrokken, maar dat is niet genoeg vermaak.

Drank is leuk, maar vrouwen zijn leuker. En dus ga ik het internet op om een paar escorts te zoeken. Om één uur ’s nachts staan er een paar Oost-Europese hoeren voor de deur van onze kamer. Michael en ik zijn een beetje teleurgesteld: ze zijn een stuk minder mooi dan op de foto’s van de site.

Heel erg glamoureus is het niet, midden in de nacht op een kleine hotelkamer. We kiezen er allebei een uit. Om een uur of drie gaan we slapen. Drie uur later gaat de wekker alweer: Michael moet een baxter met water in zijn lichaam laten lopen.

De eerste paar dagen legt Van Mantgem het infuus aan bij Michael, daarna zegt hij dat hij het zelf ook wel kan. In het begin word ik wakker van de wekker, maar na een paar dagen begint het al te wennen.

Om zes uur gaat Michael aan de slag met baxters vol water, ik draai me nog een keer om. Als er zoiets bestaat als een normaal leven, dan zijn we er compleet van losgeslagen.

2015: Aanval op het werelduurrecord

Dekker wordt betrapt, maar kan na zijn schorsing opnieuw aan de slag bij Garmin. Goede prestaties blijven uit en hij krijgt eind 2014 geen nieuw contract.

Hij beslist, op aanraden van zijn zaakwaarnemers, een gooi te doen naar het werelduurrecord om te bewijzen dat hij nog altijd hard kan fietsen. In zijn voorbereiding doet Dekker een test op de wielerbaan van Alkmaar.

"Met mijn wrakhouthamstrings en mijn drilboorkont kom ik niet in mijn Porsche"

De test doe ik op negentig procent. Het gaat goed, maar als ik na afloop van mijn fiets stap, voelen mijn hamstrings aan als wrakhout. Mijn kont is veranderd in één bonk vastzittende spieren: het is alsof ik een uur lang op een drilboor heb gezeten. Ik strompel naar de douche. Met afdrogen kom ik niet onder mijn knieën. Mijn schoenveters krijg ik niet vast.

Maar het grootste probleem is mijn Porsche. Leuke wagen hoor, maar de instap is zo laag. Met mijn wrakhouthamstrings en mijn drilboorkont kom ik er niet in. Uiteindelijk moet ik er op handen en voeten in kruipen – en zelfs dat gaat nauwelijks.

Met tranen in mijn ogen van de pijn rij ik de snelweg op, richting Lommel. Ik ben net onderweg als het lampje van de tank begint te branden. Ik vloek. Ik sla af bij het eerste het beste tankstation, langs de A9. Ik hijs me uit mijn auto, ik tank ’m vol en ik strompel heen en terug naar de kassa.

Maar dan moet ik me opnieuw in mijn Porsche proppen. Intussen zijn mijn hamstrings alleen nog maar stijver geworden. Ik heb het gevoel dat ze op knappen staan. Wat ik ook probeer: ik kom niet meer in mijn Porsche.

Ik bel Dirk op; hij is net met een vriend van hem komen kijken in Alkmaar. Hij is al voorbij Amsterdam, maar hij draait om. Ik rij met hem mee naar Lommel, zijn vriend rijdt de Porsche.

Dekker geniet nu van het jetsetleventje in de VS

Zijn werelduurrecordpoging faalt, Dekker komt 271 meter tekort om het record van Rohan Dennis te verbreken. "Ik heb verloren van Dennis, maar ik heb gewonnen van mezelf", zegt hij zelf. "Ik kan de tijd niet terugdraaien, ik kan nooit meer de Thomas worden die ik ooit was - maar verdomme, ik kan het nog."

Dekker zet uiteindelijk op zijn 30e een punt achter zijn wielercarrière. Met zijn Amerikaanse vriendin Nathalie geniet hij van een jetsetleventje in Beverly Hills.