De 100e Giro is een speeltuin voor de klimmers

Het zwaartepunt van de Giro ligt zoals gewoonlijk in de derde week, met 5 bergritten op een rij gevolgd door de afsluitende tijdrit.

Vooral de 16e rit spreekt tot de verbeelding met de Mortirolo en een dubbele passage over de Stelvio, waar Thomas De Gendt (foto) in 2012 glorierijk naar de ritzege klauterde. De finish van die moordende etappe volgt deze keer wel na een afdaling. 

Maar geen paniek voor de meester-klimmers: aan aankomsten bergop is er geen gebrek in de 100e Ronde van Italië. Al in de 4e rit finishen de renners boven op de Etna.

Ook de Blockhaus (9e rit), Oropa (14e rit), Val di Fassa (17e rit), Ortisei (18e rit)  en Piancovallo (19e rit) vormen het strijdtoneel voor een aankomst bergop.

De chronospecialisten kunnen hun hartje dan weer ophalen in de heuvelachtige tijdrit (39 km) naar Montefalco en de vlakke slottijdrit (28 km) naar Milaan. Voor de sprinters blijft er zo maar een handjevol kansen over.

Vincenzo Nibali en Fabio Aru wreven zich alvast in de handen toen ze het parcours onder ogen kregen. De Giro start namelijk op Sardinië (de streek van Aru) en reist daarna verder naar Sicilië (de streek van Nibali).

Van Fabio Aru (2e in 2015) was al eerder bekend dat hij zijn vizier weer op de Giro zou richten volgend seizoen. En ook Vincenzo Nibali staat te popelen om zijn titel te verdedigen. "Het plan is om de Giro te rijden", zegt de Italiaan. "Dat kan ik niet verbergen."