Tom Goegebuer behaalt knappe veertiende plaats en krijgt koninklijk afscheid

Tom Goegebuer (41) werd in laatste instantie nog opgevist voor de Olympische Spelen, nadat enkele Russische gewichtheffers een weigering kregen. Op die manier mocht de Belg alsnog deelnemen aan zijn derde Olympische Spelen. Eerder eindigde Goegebuer in Peking 13e en in Londen 12e bij de gewichtheffers onder 56 kilogram.

Door zijn plotse deelname was Goegebuer in een klap de ouderdomsdeken van het toernooi bij de bantamgewichten. Met zijn 41 lentes was onze landgenoot ruim zes jaar ouder dan de op een na oudste gewichtheffer.

Goegebuer zelf liet het allemaal niet aan zijn hart komen. Bij het trekken haalde hij 111 kilogram, 5 kilogram minder dan zijn Belgisch record van 116 kilogram. Bij het stoten haalde Goegebuer 130 kilogram. Eén poging later, bij 133 kilogram, eindigde het avontuur voor Goegebuer.

Met een totaalscore van 241 kilogram was hij goed voor een verdienstelijke zesde plaats in groep B, een veertiende plek in de einduitslag. Koning Filip zag dat het goed was en nodigde Goegebuer prompt uit voor een foto.

Het goud in de klasse van Goegebuer ging naar de Chinees Long Qingquan, die met 307 kilogram in het trekken en stoten samen het wereldrecord scherper stelde.

Tom Goegebuer was naar Rio afgezakt zonder uitgesproken ambities, zeker gezien zijn late selectie. Dat hij slaagde bij vier van zijn zes pogingen, stemde de gewichtheffer tevreden. "Het hoofddoel was een goede wedstrijd en ik ben blij dat dat gelukt is."

"Bij het stoten ging het eigenlijk veel beter dan de laatste jaren. Toch was die 133 kilogram nodig om nog enkele plaatsen op te schuiven. Helaas maakte ik op dat cruciale moment een klein foutje. Maar het was niet slecht en ik ben zeker tevreden met die 241 kilo in totaal."

Voor Goegebuer waren deze Spelen zijn laatste wedstrijd op het hoogste niveau. "Ik was toch wel wat emotioneel, bij het verlaten van het podium had ik tranen in mijn ogen."