Van Acker: "Wil in Rio beter doen dan het brons van Londen"

Dauwens heeft haar ticket voor de Olympische Spelen van Rio al op zak, voor Van Acker is het nog even onzeker afwachten. "Er wordt pas begin juni beslist wie mag gaan, Emma Plasschaert of ik. Maar ik ben daar niet zoveel mee bezig als de buitenwereld."

De 30-jarige Van Acker zeilt al sinds haar zesde en was daar toen ook al erg fanatiek mee bezig. "Toen dacht ik nog niet aan de Spelen, maar ik wilde de wedstrijdjes op ons zomerkamp ook altijd winnen."

In 2008 maakte de zeilster haar olympisch debuut in Peking, maar dat liep niet zoals ze het zelf had gehoopt. "Op mijn eerste Spelen werd ik overdonderd door de media-aandacht. Plots kwam er een horde Chinezen op me af met een micro. Er was veel druk en ik kon daar niet goed mee overweg. Ik heb geen seconde genoten van de Spelen in Peking."

In 2012 pakte Van Acker dan een bronzen medaille in Londen. Is het fijn om die beelden terug te zien, wilde Lieven Van Gils weten. "Niet echt. Op dat moment was ik tevreden, maar ik had het gevoel dat er meer inzat. Daarom wil ik het in Rio nog beter doen. Ik ga sowieso voor een medaille en ja, liefst goud."

Ook de waterkwaliteit in Rio kwam ter sprake. Critici klagen de vervuiling al langer aan. "Ik zou er niet van drinken", zegt Van Acker daarover. "Het was deze zomer iets beter, we hadden minder last van afval."

"Maar in de winter was er weer meer afval. Als het veel regent, zijn er meer plastic zakjes en brokstukken die er ronddrijven. Maar dat zal wel in orde komen."

"Ik denk dat de bacteriën en virussen die in het water zitten, eerder een probleem zullen zijn. Ik ben er al vaak geweest en ben nog nooit ziek geweest, maar we proberen toch maatregelen te nemen. Als we een wondje hebben, ontsmetten we dat ook meteen."

Voor hordeloopster Axelle Dauwens wordt het haar debuut op de Olympische Spelen, een droom die uitkomt. "Ik zei soms dat ik later naar de Spelen wilde, maar het maakte eerst niet uit of dat als tennisster was of als zwemster. Maar als je dan atletiek begint te doen, zijn de Spelen de volgende stap."

"Het is allemaal zo kort", beseft Dauwens. "Je traint er vier jaar naartoe en op het moment dat je daar staat, heb je minder dan een minuut om jezelf te bewijzen. Als je dan een mindere dag hebt, zit je met een probleem."