Statistieken over de Gouden Schoen: het grootste en kleinste verschil en de veelwinnaars

Vincent Kompany kreeg in 2004 op zijn 18e in totaal 507 punten, liefst 403 punten meer dan Luigi Pieroni. Nooit was het puntenverschil groter. Het jaar daarvoor had Aruna Dindane nog het record van Michel Preud'homme uit 1987 (274 punten verschil) scherper gesteld. Dindane kreeg 378 punten meer dan Walter Baseggio.

Vorig jaar won Dennis Praet de Gouden Schoen met vijf punten meer dan Victor Vazquez. De Spanjaard was erg teleurgesteld na zijn nipte tweede plaats, maar het verschil kan nog kleiner zijn.

In 1961 won Paul van Himst zijn tweede Gouden Schoen met twee luttele punten meer dan Denis Houf van Standard. In 1997 won Pär Zetterberg met drie punten meer dan Franky Van der Elst en in 2008 hield Axel Witsel na twee stemrondes maar vier punten over om Milan Jovanovic af te houden.

Bezet AA Gent straks het volledige podium in de eindstand van de Gouden Schoen? De kans lijkt groot. De laatste keer dat een club zowel de nummer 1, 2 als 3 leverde was in 2008. Axel Witsel bleef toen ploegmaats Milan Jovanovic en Marouane Fellaini voor, al speelde Fellaini tijdens de tweede stemronde wel al voor Everton.

Als een speler van AA Gent vanavond wint, is het pas de tweede keer dat een speler van de Gentse club mag pronken met de Gouden Schoen. De eerste was Roland Storme in 1958.

Mbark Boussoufa kreeg in 2006 dan weer de trofee als speler van Anderlecht, maar zijn eerste 6 maanden van 2006 speelde Boussoufa wel nog in Gentse loondienst.

Anderlecht is na 61 edities de hofleverancier van de Gouden Schoen. 23 keer ging de Gouden Schoen naar Brussel. Club Brugge staat in het ploegenklassement op nummer twee, met tien Gouden Schoenen. De laatste is wel al geleden van 2002. Toen was huidig aanvoerder Timmy Simons de winnaar. Standard staat op de derde plaats met negen overwinningen.

De absolute recordhouder van het aantal gewonnen Gouden Schoenen is nog altijd Paul van Himst met vier stuks. Hij won in 1960, 1961, 1965 en 1974.

Twee spelers konden de prijs drie keer in de wacht slepen. Wilfried Van Moer (1966, 1969 en 1970) en Jan Ceulemans (1980, 1985 en 1986)