Wout van Aert kan De Vlaeminck onttronen en Liboton opvolgen

Het Belgisch kampioenschap veldrijden leverde sinds 1945 23 verschillende kampioenen op. We snorden op hoe oud die waren bij hun eerste Belgische titel.

Wout van Aert, pas 20 jaar en vier maanden, kan ruim onder de vorige kampioenen duiken. En als het dit jaar niet lukt, krijgt hij volgend jaar nog een kans om Eric De Vlaeminck te onttronen als jongste Belgische kampioen.

In de jaren 60 klopte een nieuwe generatie veldrijders op de deur. Albert (Berten) Van Damme en Eric De Vlaeminck werden de nieuwe koningen van de sport.  Ze deden dat op jonge leeftijd. De Vlaeminck was pas 21 jaar en 8 maanden bij zijn eerste driekleur. Enkele jaren ervoor had Van Damme op zijn 22e een eerste keer toegeslagen.

Berten Van Damme en Eric De Vlaeminck verdeelden van 1965 tot 1973 negen titels onder elkaar. Pas in 1974 kwam met Roger De Vlaeminck een nieuwe kampioen.

De veldritsport kreeg in de jaren 60 en 70 dus een geheel nieuw gezicht en dat zien sommigen nu opnieuw gebeuren. Door de tanende ster van Sven Nys en het afscheid van Niels Albert lijkt de cross weer op een keerpunt te staan.

Wout van Aert kan niet alleen door zijn jonge leeftijd geschiedenis schrijven. Als hij wint, wordt hij pas de tweede crosser die het als neoprof al tot Belgisch kampioen schopt.

Dat deed in de laatste 50 jaar enkel Roland Liboton in 1980 hem voor. Liboton zette daarna een indrukwekkende reeks neer van tien opeenvolgende titels.

Sven Nys had bij zijn tweede deelname bij de profs de driekleur beet en Marc Janssens zat in zijn derde profjaar bij zijn eerste titel. Bart Wellens en Niels Albert haalden hun eerste Belgische trui op vier jaar na hun debuut bij de profs.

Wout van Aert kan dus nog een hele reeks records laten sneuvelen. Zondag heeft hij een eerste afspraak met de geschiedenis in Erpe-Mere.