Lefevere: "Nog maximaal drie jaar in huidige rol"

Patrick Lefevere had de voorbije weken even tijd voor vakantie, terwijl heel wat andere ploegen nog volop actief waren op de transfermarkt. "Mijn transfers waren afgerond voor mijn vertrek", bekent de OP-QS-manager bij Sporza Radio.

Met Yves Lampaert, Fabio Sabatini, Maxime Bouet, David de la Cruz en Lukasz Wisniowski oogt het lijstje met inkomende transfers wel wat mager. "Ik vond dat we qua kopmannen de limiet bereikt hadden", legt Lefevere uit.

"We hebben Stybar en Terpstra die samen met Boonen ook graag hun kans gaan in de kasseiklassiekers. Zij krijgen daar ook de gelegenheid voor, kijk maar naar Parijs-Roubaix (waar Terpstra won, red)."

"Stijn Vandenbergh kan ook de finales rijden en er zijn jongeren zoals Guillaume Van Keirsbulck, die progressie maakt. Voor de Waalse klassiekers hebben we Kwiatkowski, voor de grote rondes is er Uran. We zitten dus redelijk goed."

Lefevere neemt na dit seizoen wel afscheid van een resem Belgen. "Ik wist dat bij Jan Bakelants het financiële aspect meespeelde. Hij vond dat hij bij ons onder zijn prijs reed, omdat wij hem vorig jaar op het nippertje hadden opgevist. Hij kreeg een hele mooie aanbieding van AG2R, met vrijheid in z'n programma. Hij heeft daarvoor gekozen en ik neem hem dat niet kwalijk."

"Bij Thomas De Gendt hebben we de indruk dat hij nooit z'n draai heeft gevonden bij onze ploeg. Ik vind het jammer. Zijn Giro was wel goed. Hij greep er net naast een ritzege en dat had een nieuwe start kunnen betekenen. Maar het is er niet van gekomen."

En dan is er ook nog Gert Steegmans, met wie het sinds het BK helemaal niet meer boterde. "Ik heb geen ruzie met hem, maar iedereen kent zijn karakter. Het verliep dit seizoen sportief en qua karakter met horten en stoten."

Patrick Lefevere krimpt zijn ploeg dit seizoen in tot 27 renners. "In 2017 komt er een herstructurering waar de UCI zo hard in gelooft, maar ik niet. We gaan naar een A-team van 22 renners en een B-team van 8 renners."

"Daarom moet ik nu al afbouwen. Ik kan tegen mijn huidige renners over twee jaar niet zeggen: "Jij gaat naar het B-team." Dat pikt niemand."

Opvallend: bij de nieuwkomers zit er met Yves Lampaert maar één landgenoot. Vindt Lefevere dat er te weinig Belgisch talent is? "Er zijn talenten, maar die jongens die in aanmerking komen voor onze ploeg zijn helaas van dezelfde slag."

"Jongens zoals Jelle Wallays (Topsport Vlaanderen) willen misschien een nieuwe stap zetten, maar ze passen nu niet bij ons. Ik heb al te veel van die klassieke renners. Ik kijk meer uit naar klimmers. Ik vind ze niet echt, maar de twee of drie klimmers die er zijn, hebben al getekend bij Lotto-Belisol en BMC."

Een van de Belgische klimmers is Jurgen Van den Broeck, die na een nieuw tegenvallend seizoen lijkt te botsen met de Lotto-Belisol-ploegleiding. Klopt het dat de manager van Van den Broeck hem heeft aangeboden bij Lefevere?

"Zijn manager Jef Van den Bosch heeft me gebeld over een andere renner, maar vroeg me ook of ik voor 2016 geïnteresseerd was in Van den Broeck. Ik heb hem geantwoord: "Voorlopig niet. We zullen eerst 2015 rijden en dan zien we wel.""

Met een karrenvracht aan overwinningen kan Omega Pharma-Quick Step uiteraard tevreden zijn over het seizoen. Met Rigoberto Uran eindigde de ploeg ook tweede in de Ronde van Italië. "We gaan hem volgend jaar nog wat meer volgen", klinkt het bij Lefevere.

"Die Colombianen zijn wat anders dan wij, ze hebben het altijd over "no stress". Maar we gaan de intensiteit wat opdrijven en kijken of we er nog iets meer kunnen uithalen."

"Welke renner van mijn ploeg me uiteindelijk dit seizoen het meest bekoord heeft? Tony Martin, zonder twijfel. Hij heeft een paar nummers opgevoerd die ik in mijn lange carrière zelden gezien heb. Hij weegt op mijn budget, maar is het waard."

Patrick Lefevere liet vorige maand ook weten dat hij niet langer zal investeren in het jeugdwielrennen. De OP-QS manager is het beu dat andere ploegen zijn jeugdrenners komen wegkopen.

"We proberen een piramide op te zetten met jeugdrenners die niet onze eigendom zijn. Ik kan het mij financieel niet permitteren om die jongeren te betalen. Het is te vroeg", zegt Lefevere, die tot zijn grote frustratie moest vaststellen dat het Lotto-Belisol-project van Kurt Van de Wouwer de jongeren wel betaalt.

"Van de Wouwer mag niet vergeten dat hij renners betaalt met staatsgeld. Ik weiger beloften te betalen. Wij zijn een privémaatschappij en worden gecontroleerd, zij mogen blijkbaar doen wat ze willen."

Lefevere is naar eigen zeggen wel wat kalmer geworden dan vroeger. "Ik trek het mij allemaal minder aan. Ik vecht ook niet meer tegen ASO (de organisator van de Tour de France, red), ook al weet ik dat ik gelijk heb."

"Een voorbeeld? Iedere ploeg krijgt 50.000 euro startgeld voor de Tour, dat maakt 1 miljoen euro voor 20 teams. Maar ASO heeft zelf 27 miljoen euro nettowinst. Ik heb hen altijd gezegd: "Jullie maken een film, wij hebben de acteurs. En zonder acteurs is er geen film." Maar zij vinden dat zij de acteurs maken en niet omgekeerd."

Lefevere doet tot slot nog een oproep tot de Internationale Wielerunie UCI. "Onze sport wordt bedreigd door sexy sporten, maar dat hebben zij nog niet begrepen."

"Ze zouden beter nadenken over hoe de sport er over tien jaar zal uitzien, als het wielrennen dan nog bestaat. Wat moeten we doen om de jeugd aan te trekken en onze sport aantrekkelijk te maken?"

"Voor mij is het niet meer nodig, want wellicht blijf ik nog maximaal drie jaar in mijn huidige rol in deze sport. Maar ik denk wel graag mee over hoe onze sport er moet uitzien."