"Vanmarcke was een subtopper en is nu een topper"

Fabian Cancellara, Peter Sagan en Tom Boonen zullen de komende weken op alle favorietenlijstjes staan. Maar volgens Karl Vannieuwkerke zal het dit seizoen niet bij de grote drie blijven.

"We zagen al dat Sep Vanmarcke uitstekend op dreef is en misschien komen daar ook nog Lars Boom en Zdenek Stybar bij. Dan gaan we met zes renners naar de finale, met daarbij twee duo's."

Vanmarcke staat volgens alle wielerjournalisten het dichtst bij de aansluiting met de top. "Hij had vorig jaar Parijs-Roubaix al kunnen winnen, als hij in het wiel van Cancellara was gaan zitten", denkt Renaat Schotte.

"Toen was hij nog een subtopper, nu niet meer. Je moet hem op gelijke hoogte van Boonen, Cancellara en Sagan zetten."

Christophe Vandegoor gooit een andere naam in de ring. "Taylor Phinney heeft me bekoord in het openingsweekend. Hij is een onversneden talent, misschien wel het grootste van het peloton. En misschien kunnen Greg Van Avermaet en Jürgen Roelandts een laatste stapje zetten?"

"Ik denk ook aan John Degenkolb en Simon Gerrans", zegt Wuyts. "En misschien kan Tony Gallopin of een andere Lotto-renner alle registers opentrekken in dienst van Roelandts, die voor één keer ongeschonden uit de eerste weken komt."

Carl Berteele gelooft niet echt in de kansen van een outsider. "Misschien krijgen we hier en daar een verrassing, maar in de grote koersen zullen we toch rekening moeten houden met de grote namen. Ik denk niet dat iemand de grote drie kan kloppen."

Hoe moeten de jongens van de tweede rij het aanpakken om de grote drie te verschalken in de Ronde of Roubaix? "Ik zou hen de raad van Andrei Tchmil geven", zegt Michel Wuyts. "Op de dag dat je superbenen hebt, moet je rijden alsof je slappe benen hebt."

"Roelandts heeft vorig jaar bewezen dat er maar één manier is om Boonen, Cancellara en Sagan te kloppen en dat is anticiperen", zegt Vandegoor. "Het gebeurt zó weinig, maar het is echt de enige manier op succes."