Ga naar de inhoud

Armstrong: "Aardverschuiving in winter van '93"

 di 5 november 2013 21:34
1993: Een "zo goed als" cleane Armstrong kroont zich tot wereldkampioen.
Begin dit jaar biechtte Lance Armstrong (42) zijn dopinggebruik op bij Oprah Winfrey. Tien maanden later vertelt de Amerikaan in een interview met de Engelstalige wielerwebsite Cyclingnews.com hoe het peloton begin jaren 90 naar de zware middelen greep.

Lance Armstrong begon zijn profcarrière begin jaren 90. "Na de Olympische Spelen van 1992 mocht ik als stagiair proeven van het profwielrennen", doet hij zijn verhaal.

"1993 was mijn eerste volledig jaar als prof. Als jonge renner stond ik mijn mannetje in Gent-Wevelgem (Armstrong finishte als 40e, op 6" van winnaar Cipollini, red.), in Parijs-Nice (9e op 2'45" van Zülle) en in de Tour DuPont (een Amerikaanse rittenkoers)."

"Op dat moment reed ik zo goed als clean, net als de anderen in het Motorola-team. Ik heb het dan over de jongeren. Wat onze kopmannen Hampsten of Meija deden, weet ik niet."

"Low-octane" en "high-octane"

1993 was het jaar dat Lance Armstrong zich als 22-jarige knaap tot wereldkampioen kroonde. Een jaar later zou het wielrennen volgens Armstrong ingrijpend veranderen.

"In de winter tussen 1993 en 1994 vond een aardverschuiving plaats", vertelt hij. "Ik weet niet wie ermee begonnen is, maar het peloton schakelde over van "low-octane" (zoals cortisonen, red.) op "high-octane" (zwaardere doping zoals steroïden en bloeddoping)."

"In 1994 werden we naar huis gereden. Bij Motorola stapten we pas in 1995 over naar "high-octane". Tot dan fietsten we op "low-octane"."

"We voelden dat we geen keuze hadden. Oke, die hadden we wel: we konden ook inpakken en huiswaarts keren. Maar als we wilden meestrijden voor de prijzen, hadden we geen keuze."

"Ik noem geen namen, maar die beslissingen hebben we als Amerikaanse renners samen genomen."

"Wat kon de UCI doen?"

Wat denkt Lance Armstrong over de rol van oud-UCI-voorzitters Hein Verbruggen en Pat McQuaid? "Ik heb geen hoge pet op van die mannen, maar wat konden ze doen in die tijd?"

"Ze hadden toen geen degelijke dopingtesten. Het enige wat ze konden doen, was hopen dat ze iemand aan de grens zouden aanhouden."

"Later is het wielrennen wel een van de weinige sporten geworden die de strijd aanbinden tegen doping. Andere sporten keken de kat uit de boom en lachten zich rot. Ze gaven niets om doping. En daar gaf niemand kritiek op."