Worstelen: wat u moet weten

Het worstelen vindt plaats in de tweede week van de Spelen, van zondag 5 augustus tot zondag 12 augustus. Plaats van het gebeuren is de ExCeL London, waar ook het boksen, judo, tafeltennis, schermen, taekwondo en gewichtheffen plaatsvinden.

Er zijn twee soorten: Grieks-Romeins (alleen voor mannen) en vrije stijl (mannen en vrouwen). Bij de mannen zijn er in beide soorten zeven gewichtscategorieën, bij de vrouwen zijn er vier.

Het Grieks-Romeins worstelen bij de mannen is olympisch sinds de eerste moderne Spelen in Athene in 1896. In 1904 kwam de vrije stijl erbij. Vrouwen worstelen op de Spelen sinds Athene 2004.

Worstelen gebeurt op een achthoekige mat van 12 op 12 meter, binnen een cirkel met een diameter van 9 meter.

Doel van een kamp is een tegenstander met de achterkant van zijn schouders op de grond te drukken. Bij de Grieks-Romeinse stijl mogen worstelaars alleen hun bovenlichaam en armen gebruiken, bij de vrije stijl alle lichaamsdelen.

Een kamp bestaat uit maximaal drie ronden van elk twee minuten. Een ronde wordt beslecht op basis van punten, die gegeven worden voor houdgrepen of worpen. Wie twee ronden wint, wint de kamp.

In de vrije stijl kan de derde ronde langer dan 2 minuten duren. Bij een gelijke stand na 2 minuten volgt een tiebreak. Wie daarin als eerste een punt scoort, wint.

Als een worstelaar de regels overtreedt, kunnen punten aan de tegenstander toegekend worden. Overtredingen zijn: bijten, krabben, knijpen, een onreglementair uitgevoerde houdgreep of het verlaten van de mat.

De regels voor vrouwen zijn voor het grootste deel dezelfde als die voor de mannen, maar er zijn kleine verschillen. Zo zijn dubbele hoofdklemmen bijvoorbeeld niet toegelaten.