Van pijltjes laten vallen tot in de nek hijgen: de gemeenste trucs in het darts

Telkens als Dimitri Van den Bergh woensdag aan beurt was, zag hij steevast het felgroene shirt van Michael van Gerwen opduiken in zijn ooghoeken. De Nederlander zat hem letterlijk op de huid.

Nochtans is er een zwart kader op de vloer aangeduid, dat de tegenstrever niet mag betreden tijdens je beurt. Maar daar trok Van Gerwen zich weinig van aan. "Hij zal er in principe nog een boete voor krijgen", zegt Erik Clarys.

"Het is eigenlijk not done. Je voelt dat meteen als er iemand achter je staat. Darts is een concentratiespel, en als je wordt afgeleid, ben je niet meer met je spel bezig."

Als je een puntje laat liggen tegen wereldkampioen Gerwyn Price, dan zal je het wel horen. De Welshe brulboei staat bekend om zijn luidruchtige vieringen. Ook Michael van Gerwen durft zijn keel al eens open te zetten.

"Die uitbarstingen horen eigenlijk niet op een podium, maar het werkt voor hen", zegt Clarys. "Ik zou zelf minder goed gooien als ik zo uitbundig zou vieren, maar je hebt ook spelers die het nodig hebben. Die kunnen brullen en daarna nog eens fantastisch gooien."

"In een zaal met 1.000 supporters verdwijnt zo'n schreeuw in het niets, maar nu valt het extra op. Dan kan je wel eens uit je concentratie worden gehaald."

"Als mensen me vragen waarom ik darts beu ben, dan moet je maar naar deze wedstrijd kijken." De Schot Gary Anderson was op het afgelopen WK niet te spreken over de aanpak van zijn tegenstander Mensur Suljovic. De Oostenrijker nam wel heel veel tijd om zijn pijltjes naar het bord te gooien.

Erik Clarys begrijpt zijn frustraties. "Je wil altijd in hetzelfde ritme gooien. Het is eigenlijk een vloeiende cirkel. Maar af en toe zal een speler wat trager gooien of trager naar het bord wandelen, om zo die vloeiende beweging te onderbreken."

"Ritme is enorm belangrijk in darts. Als je even van je melk bent, is het al te laat. Zeker op topniveau hangt het van 1 of 2 pijlen af. Als je die dan niet geconcentreerd kan gooien... Maar er bestaan geen regels voor. Als je een halve minuut met je pijlen in je hand wil staan mikken, dan mag dat."

Als je je tegenstander op de zenuwen wil werken, kan je achter zijn rug met je pijlen tegen elkaar tikken. "Dat is een heel irritant geluid", weet Clarys uit ervaring. "Dat leidt enorm af."

"Als je in vorm bent, dan let je er niet op. Maar als het iets minder gaat, dan stoor je je aan alles. Zeker op een vloertoernooi, omdat er daar minder lawaai is."

"Nog een trucje: op een podiumtoernooi moet je altijd langs dezelfde kant teruglopen, op een vloertoernooi niet. Als je vloeiend aan het gooien bent, maar je tegenstander komt de ene keer langs links, en de andere keer langs rechts terug, dan kan het tot concentratieverlies leiden."

Darters durven zelfs ver gaan om het ritme van hun tegenstander in de war te sturen. Een pijl "per ongeluk" laten vallen kan al volstaan om je rivaal van de wijs te brengen. 

"Het ritme breken is een dooddoener", besluit Clarys. "Tijdens het gooien valt er al eens een pijl. En ook als ze hun pijlen uit het bord trekken, durven darters "per ongeluk" één laten vallen."