Uw handleiding voor de Super Bowl: met deze tips bent u meteen mee

American football wordt gespeeld op een gras- of kunstgrasveld dat ongeveer zo groot is als voetbalveld bij ons. Het speelveld is verdeeld in 10 stroken van 10 yards (9,14 meter) met aan elke kant een eindzone van nog eens 10 yards waar ook de doelpalen staan.

Gedurende de wedstrijd staan telkens 2 keer 11 spelers tegelijk op het veld: een team dat aanvalt en een team dat verdedigt. Er mag ongelimiteerd gewisseld worden, iets wat door de hardheid en intensiteit van het spel constant gebeurt. 

Dat is meteen ook de hoofdreden waarom NFL teams zo'n gigantische kern van 53 spelers hebben. Ze worden onderverdeeld in drie groepen:

1. OFFENCE: de spelers die uitsluitend aanvallen
2. DEFENCE: de spelers die uitsluitend verdedigen
3. SPECIAL TEAMS: de spelers voor standaardsituaties waarin de bal getrapt moet worden

Zoals in elke sport is het de bedoeling om meer punten te scoren dan je tegenstander. De aanvallende ploeg probeert de bal in de eindzone van de verdedigende ploeg te lopen of te passen om zo een touchdown te scoren die 6 punten oplevert.

Na een touchdown heeft de aanvallende ploeg twee keuzes: 

1. Ofwel proberen ze 1 extra punt scoren door de bal tussen de doelpalen te trappen, de meest gekozen optie. 
2. Ofwel gaan ze voor 2 extra punten scoren door in één poging vanaf de 2 yardlijn nog eens in de eindzone te lopen of te gooien, wat risicovoller is.

Als er gescoord wordt, volgt er een aftrap waarbij de scorende partij de bal naar de tegenstander trapt om hen zo ver mogelijk van hun eigen eindzone aan de aanval te laten beginnen.

Een aanvallende ploeg krijgt telkens vier pogingen of downs om minimaal 10 yards te overbruggen. Na één poging beginnen ze altijd op de plaats waar ze tegengehouden werden (bv. 2 yards + 3yards + 5yards). Worden er 10 yards gehaald, dan krijgen ze opnieuw vier pogingen tot ze in de eindzone zijn en een touchdown scoren. 

Elke poging begint altijd bij de quarterback, de belangrijkste speler van een ploeg. Hij beslist op welke manier ze gaan proberen terreinwinst te boeken. Dit zijn de twee meest gebruikte opties:

1. PASSING: De quarterback mag met de bal bewegen en één keer vooruit gooien naar een medespeler, een receiver, die dan op zijn beurt nog mag lopen met de bal.  
2. RUSHING: De quarterback mag de bal doorgeven aan een medespeler, een running back, die zich dan al lopend een weg naar voren baant.
   
   

De verdediging van de tegenpartij doet er dus alles aan om te beletten dat het aanvallend team terreinwinst boekt. Blocken, tackelen, sacken...enz. Veel is toegestaan binnen de strenge regels van de NFL.

Wanneer de verdediging erin slaagt de terreinwinst tegen te houden, komt het in de meeste gevallen de volgende situatie:  

• FIELD GOAL: De aanvallende ploeg haalt de 10 yards na 3 pogingen niet en is dicht genoeg bij de eindzone om de bal tussen de doelpalen te trappen voor 3 extra punten.
• PUNT: De aanvallende ploeg haalt de 10 yards na 3 pogingen niet, is te ver van de eindzone om een field goal te scoren en trapt de bal vooruit om zo de tegenpartij zo ver mogelijk van hun eigen eindzone te laten starten met hun aanval. 
• TURNOVER: De aanvallende ploeg probeert een 4e poging en haalt de 10 yards niet waardoor de bal automatisch naar de tegenstander gaat op dat punt.
  

Een American Football wedstrijd is verdeeld in 4 quarters van 15 minuten. Elk quarter wordt er van kant gewisseld en na twee quarters is er een rust van 12 minuten. Bij een gelijke stand volgt er altijd een overtime van 10 minuten.

In theorie duurt een wedstrijd dus 1 uur en 12 minuten. Maar zoals in de meeste Amerikaanse sporten werkt ook American football met effectieve speeltijd. Zodra het spel stil ligt, stopt ook de klok. 

Daarom zijn wedstrijden van meer dan drie en een half uur geen uitzondering. Zorg dus voor genoeg hapjes en drankjes als je naar de Super Bowl kijkt.