Ga naar de inhoud

Cian Uijtdebroeks (17) traint met profs van Bora: "Sagan leert me sprinten"

 do 14 januari 2021 16:06
Cian Uijtdebroeks stond ons vandaag te woord in de buurt van het Gardameer.
Cian Uijtdebroeks stond ons vandaag te woord in de buurt van het Gardameer.

De getalenteerde Cian Uijtdebroeks (17) is momenteel op stage met Bora-Hansgrohe.  "Ik ben vorig jaar zelf met alle topteams gaan spreken. Bij Bora had ik het beste gevoel", zegt Uijtdebroeks op stage aan het Gardameer. We schotelden hem 12 vragen voor.

Wie is Cian Uijtdebroeks?

  • 17 jaar
  • Woont in Hannuit
  • Gaat in Vlaanderen naar school
  • Wordt in 2022 prof bij Bora-Hansgrohe
  • Rijdt dit seizoen voor de juniorenploeg van Bora-Hansgrohe
  • Won vorig jaar als eerstejaarsjunior Kuurne-Brussel-Kuurne
  • Alle topteams probeerden hem binnen te halen

1. Hoe wordt je voornaam nu uitgesproken?

Cian is een Ierse naam, die meestal met een "k" geschreven wordt. En zo spreek je mijn voornaam ook uit: "Kian". Niet "Sian". 

 

Mijn ouders hebben geen Ierse roots, maar er zijn wel banden met het buitenland. Mijn grootmoeder heeft familie in Oostenrijk en mijn grootvader heeft familie in Polen.

2. Hoe valt de stage met de profs van Bora-Hansgrohe mee?

Heel goed, ik heb al van alles mogen proeven. De ene dag zat ik bij de sprinters, de andere dag bij de klimmers. 

 

Natuurlijk werk ik qua volume niet exact dezelfde training af als de profrenners. Zij gaan telkens nog wat langer trainen.

 

Renners zoals Kelderman en Buchmann gaven me wel al goede tips. Ze zeggen dat ik me zo breed mogelijk moet ontwikkelen en dat ik nog niet te veel bezig mag zijn met voeding. Ik moet wel gezond eten, maar voeding afwegen is zeker nog niet aan de orde.

3. Hoe was de eerste ontmoeting met Peter Sagan?

Dat was heel tof! Ik ben 's morgens met Peter en zijn broer Juraj gaan ontbijten. Zij zijn grote sterren, dus in het begin weet je niet hoe je je moet gedragen tegenover hen. Maar het zijn eigenlijk heel normale mensen.

 

De broers Sagan zijn heel open en geven me veel tips. Ook tijdens het fietsen. Mijn sprinterscapaciteiten zijn niet top. Toen ze me zagen sprinten, toonden ze me meteen hoe ik mezelf kon verbeteren op gebied van aerodynamica.

4. Waarom heb je gekozen voor Bora-Hansgrohe?

Ik had heel veel aanvragen van WorldTour-teams en ik ben zelf met hen gaan spreken. Er kwam dus geen manager aan te pas.

 

Uiteindelijk ben ik op mijn gevoel afgegaan. Bij welke ploeg voel ik me het best? En dat was Bora-Hansgrohe. Tijdens het gesprek met ploegbaas Ralph Denk en trainer Dan Lorang had ik het beste gevoel van allemaal.

5. Hoe is het gesteld met je talenkennis?

Ik ben de enige die Nederlands spreekt in Team Auto Eder, de juniorenploeg van Bora-Hansgrohe. Kennis van vreemde talen is dus zeker welkom.

 

Ik ben tweetalig, want ik spreek ook Frans. Engels leer ik nog op school. Ik probeer nu ook Duits te leren, zodat ik me binnen de ploeg binnenkort ook verbaal kan verantwoorden.

6. Als welk soort renner beschouw je jezelf?

Ik zie mezelf veeleer als een klimmer. Tijdrijden is momenteel ook een van mijn sterke punten. We denken dat ik zal uitgroeien tot een ronderenner.

 

Op dit moment probeer ik mij zoveel mogelijk in de breedte te ontwikkelen. Dus niet specifiek trainen als een ronderenner. Voor de toekomst is het belangrijk dat ik een zo breed mogelijke basis heb.

7. Heb je al een zicht op je programma dit jaar?

Normaal zal ik eerst de klassiekers rijden voor junioren (zoals Kuurne-Brussel-Kuurne, Nokere Koerse, de Guido Reybrouck Classic, Gent Wevelgem en de Ronde). 

 

Daarna zal ik met de Belgische selectie naar rittenkoersen trekken zoals de Tour du Pays du Vaud en de Vredeskoers. Dat is mijn programma tot en met juni, want daarna heb ik examens. In de 2e helft van het seizoen start ik dan hopelijk op het EK en WK.

8. Is het WK in Vlaanderen dit jaar je hoofddoel?

Dat is een van mijn hoofddoelen. Het is niet het parcours dat me het beste ligt. Van mij mag het veel zwaarder zijn met langere klimmen. 

 

Maar als er een WK zo dicht bij je thuis gereden wordt, dan wil je er altijd staan en gaan voor die titel. Het zou een droom zijn als ik op het WK iets moois kan neerzetten.

9. Bestaat de kans dat je dit jaar toch al je profdebuut maakt?

Dat mag niet van de UCI. Als junior mag je niet deelnemen aan profwedstrijden. Junioren mogen eventueel wel meedoen aan beloftekoersen.

 

Maar we hopen natuurlijk dat de juniorenkoersen zoveel mogelijk doorgaan. Stel dat er tot en met juni veel wedstrijden afgelast worden in België, dan mag ik wel in Duitsland of Zwitserland koersen. Wij zij geen Belgisch team, dus in het buitenland rijden mag normaal gezien wel.

10. Zet je alles op het wielrennen of blijf je studeren?

Momenteel zit ik in het laatste middelbaar. Daarna zal ik proberen verder te studeren zoals Tiesj Benoot en Jan Bakelants dat hebben gedaan: met een studieprogramma dat over meer jaren verspreid zal zijn dan normaal. Sportwetenschappen geniet voorlopig mijn voorkeur.

 

Ik wil zeker niet alles alleen maar op de koers zetten. Als mijn wielercarrière dan toch zou mislukken, dan heb ik nog iets achter de hand.

11. Hoe ga je om met alle interviewaanvragen?

Het is heel speciaal. Mijn familie komt helemaal niet uit de wielerwereld. Voor ons is dit allemaal een hele ontdekking.

 

Het heeft wel iets dat je zo "in the picture" komt te staan. Maar het is niet zo dat ik dat per se wil opzoeken. Ik wil het liefst zo rustig mogelijk groeien, zonder veel druk.

12. Wat vind je van de vergelijking met Remco Evenepoel?

Die vraag heb ik al vaak gekregen. Ik zie het als een mooi compliment dat mensen me vergelijken met Remco Evenepoel. Hij is een heel goede en sterke renner.

 

Langs de andere kant wil ik niet per se hetzelfde doen als Remco. Ik wil gewoon mijn eigen weg gaan. Misschien word ik totaal geen ronderenner en groei ik uit tot een ander soort renner dan Remco. Maar mijn droom is wel om te scoren in de grote rondes.

Lees ook: