Ga naar de inhoud

Wielerman in Italië: eerste interview met Mario Cipollini: "Vaffanculo"

 vr 15 mei 2020 09:47

Geen Ronde van Italië in mei dit jaar, maar om het goed te maken neemt Wielerman Renaat Schotte ons 3 weken lang mee naar de Laars voor zijn strafste verhalen uit de Giro. In aflevering 2 blikt hij terug op zijn eerste Giro.

Nostalgie is het toverwoord in deze tijden, ook omdat het hoopvol wachten is op de uitgestelde 103e editie van de Giro d’Italia in oktober. Met weemoed denk ik terug aan mijn allereerste keer in de mooiste rittenkoers van het jaar.

 

Het is zowaar al ruim twee decennia geleden. Net als de afgelaste Grande Partenza dit jaar in Hongarije zocht de Giro het in 1996 in een ander land. In Griekenland nog wel, waar de drachme nog regeerde. De Eurozone was een nog onbestaande nachtmerrie voor de onbekommerde Grieken.

 

De Giro was destijds de speeltuin van sprintkeizer Mario Cipollini. Getuige daarvan de eindeloze reeks bombastische bijnamen waarmee La Gazzetta dello Sport hem bedacht: Super Mario, Il Magnifico, Il Re Leone…

 

De Leeuwenkoning dus: kracht in combine met een wapperende haardos. Cipollini had het allemaal. Bij het vrouwvolk scoorde Le beau Mario met zijn kathedraal van een lijf, ook later in de populaire tv-show 'Sterren op de dansvloer'.

 

De Italiaanse versie ging op antenne onder de naam ‘Ballando con le Stelle’: Dansen met de Sterren. En de Albatros palmde er moeiteloos dansvloer, danspartner en tv-publiek in.

Mario Cipollini schittert op de dansvloer

Pantani reed niet mee, maar zong wel de intro in

Enfin, die legendarische Cipollini was in de Giro van 1996 dé grote vedette. Het been van Marco Pantani was in volle revalidatie na zijn legendarische clash met een auto in Milaan-Turijn.

 

Al had Pantani wel een heerlijke trailer ingezongen, die elke dag het begin van de tv-uitzending kleurde bij Italia Uno, één van de stations van mediamagnaat Silvio Berlusconi. Ja, de RAI had toen een paar jaar geen live tv-rechten op de Italiaanse ronde.

 

De strijd om de eindzege zou een duel worden tussen de volstrekt kleurloze Pavel Tonkov en de nog grijzere Ivan Gotti. Wie tenslotte won is totaal onbelangrijk.

 

Mario Cipollini, die wàs belangrijk. Giro na Giro reeg Super Macho de ritoverwinningen aaneen. Begin 1996 stond de teller op 12 stuks, nog ver uit de buurt van de 41. Dat was het ongenaakbaar gewaande recordaantal etappezeges van legende Alfredo Binda.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (𝕏). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Een babbeltje met Cipollini zou een primeur zijn

Als ambitieuze, jonge interviewer vertrok ik naar die Giro met één doel: interviews voor het Girojournaal van SuperSport, het sportkanaal van de later verdwenen betaalzender FilmNet.

 

De start in Athene was heel apart. Op de vooravond van de eerste rit liep ik in trance langs de Griekse wereldattractie genaamd Acropolis. Al had dat misschien ook te maken met de likeurtjes Metaxa, die commentatoren Mark Uytterhoeven en José de Cauwer me hadden doen binnenkappen.

 

Maar goed, op Griekse bodem lukte het van geen kanten voor Cipollini. Hij won geen enkele van de drie sprintritten in Griekenland en dat krikte het humeur van mooie Mario allesbehalve op.

 

Qua interviews na de finish bleef ik tactisch dan ook uit zijn buurt. Verliezers praten nu éénmaal nooit graag. En dus wachtte ik geduldig als een kat die haar prooi zou bespringen op hét interview. Een babbeltje met de snelste man op aarde, het zou een primeur voor mij zijn.

Mario Cipollini eet een ijsje tijdens een rit.

Het is niet simpel, dat dansen met de Sterren

Kwam die 22e mei in Ostuni met de verwachte massasprint in de vierde rit. Ostuni, de plek waar Freddy Maertens z’n eerste wereldtitel veroverde in 1976. Of het op dezelfde plek gebeurde, herinner ik me niet precies. Maar Cipollini won op grandioze wijze voor ploegmaat Silvio Martinello en Fabrizio Guidi.

 

Aan de finish perste ook ik er een sprint uit en de vorm was goed. Met cameraman Gery Hoebanx in het zog liep ik sneller dan alle Italiaanse verslaggevers, een waar huzarenstukje. Na zo’n driehonderd meter uitbollen in Ostuni kneep Cipollini de remmen dicht. Geen seconde later presenteerde uw jonge verslaggever zich voor z'n eerste audiëntie bij de sprintpaus.

 

De openingsvraag was plat gerepeteerd en vloeide er dan ook onmiddellijk uit in Italiaans voor beginners. "Bella vittoria, Mario! Puoi descrivere questo sprint?" Verwonderd keek de Leeuwenkoning naar de jonge welp. Je zag hem denken: wat gooien ze hier voor mijn voeten?

 

Het antwoord van de ritwinnaar kwam snel: 'Vaffanculo!' En zijne keizerlijke hoogheid reed weg. Mijn Italiaans was toen nog embryonaal en dus vroeg ik een collega wat Cipo's woorden nu eigenlijk betekenden. Die kwam niet meer bij van het lachen en vertaalde vrij: ga daar waar het zonlicht nooit komt… De ‘quote’ haalde moeiteloos het Girojournaal van SuperSport.

 

Jaren later jubelde ik op de commentaarpositie toen Cipollini z'n 42e ritzege in de Giro boekte. Binda met één etappe overvleugeld, een record voor de eeuwigheid. Ondanks de talrijke interviews later danste ik met Cipollini nooit de sirtaki. ’t Is ook niet simpel, dat ‘Dansen met de Sterren’.

Renaat "Wielerman" Schotte