Ga naar de inhoud

meest recent

De klassiekers van Michel Wuyts: Stier Pieri nam Planckaert in de E3 mee op zijn horens

 vr 27 maart 2020 09:33
Michel Wuyts had zo nu en dan een Italiaanse babbel met de vriendelijke Pieri.
Michel Wuyts had zo nu en dan een Italiaanse babbel met de vriendelijke Pieri.

Het klassieke wielervoorjaar is naar de vaantjes en dat betekent dat we vandaag niet moeten verlangen naar een winnaar van de E3 Harelbeke. Een tijdje geen koers betekent ook een tijdje geen Michel Wuyts op de buis. Maar onze commentator heeft zijn stem ingeruild voor zijn pen. Bij elke klassieke afspraak grasduint hij in zijn koffer met herinneringen en anekdotes.

Il Toro di Scandicci

Het was in het noordoosten van Toscane dat ik Dario Pieri voor het eerst sprak. Op de klim in het bosrijke Vallombrosa haalde een in oranje gehulde renner met Scrigno op de borst mij snel in. "Dai" riep hij me met brede lach toe. Hij klopte me ook nog op de rug. Dat kon toen nog. Ik schrok me een hoedje.

 

Daar klom Dario Pieri, die lente van ’98 de verrassende winnaar van de eerste rit in de Driedaagse van De Panne. "Il Toro di Scandicci", flitste het door mijn hoofd. Ik moet het hardop gezegd hebben, want de forse stier hield zich prompt in en vroeg wie ik was.

 

Hij verklaarde zijn liefde voor de Vlaamse koersen en vertelde me dat we dwars door een van zijn jachtgebieden reden. "Pardon, jacht? Op welk wild dan?"

 

Pieri stak met hartstocht een lofrede voor de jacht op everzwijnen af. Ik vroeg wat hij met de buit uitrichtte. "Verkopen aan de kleinhandel en opeten. Mijn mama maakt de lekkerste pappardelle con cinghiale van heel Toscane."

 

Ik zag de schittering in zijn zo al vriendelijke ogen en zag waterdruppels in zijn mondhoeken. Zeker was dat deze enthousiaste jongeling het Toscaanse landleven koesterde.

 

We spraken af om op de voorjaarskoersen wat bij te babbelen en gingen elk onze weg. Pas bij het moeizaam klimmen merkte ik die ene plaat in ons ontmoetingsbos. "Divieto di caccia." Jachtverbod. 

Dario Pieri won in 1998 de 1e rit van de Driedaagse De Panne.

Wat reed die dikkerd rap

In de lente van ’99 – die van Van Petegem en Vandenbroucke – viel Pieri nauwelijks op. Maar het jaar daarop reed hij de pannen van het dak. In de rode trui van Saeco leek hij nog molliger dan in die van Scrigno. Wat reed die dikkerd rap.

 

In de Ronde van Vlaanderen van 2000 doorbrak hij het onvermogen van de concurrenten. Zijn forse aanval op de ontsnapte Tchmil kwam wat laat. Dario strandde op 6 seconden. Hetgeen hem niet belette op het podium nog feller te stralen dan de winnaar.

 

Pieri had tijd. Op zijn 24e was geduld een troef. Soberheid ook. Of zou dat ook moeten geweest zijn. 

Dario Pieri (Saeco) aan de zijde van Johan Museeuw.
Dario Pieri (Saeco) aan de zijde van Johan Museeuw.

Pieri sprintte Planckaert aan diggelen in E3

Kwam in 2002 de E3 Prijs in Harelbeke. De kleine Ronde moest ook nu duidelijkheid brengen over de pikorde in de grote. Deed ze niet.

 

Van Petegem etaleerde zijn flink gestegen curve op de Paterberg. Wesemann zag de Zwarte van Brakel bij iedere trap kleiner worden. Peet zou het alleen gekund hebben, maar deed het niet. De westenwind verpestte zijn intenties en zo sterk als in ’99 was hij niet.

 

Een alweer verrezen Museeuw beperkte zich tot controleren en bijbenen. Ze schoten voor de Kwaremont met een stuk of 12 over. Daarbij 3 mannen  van Cofidis: Peers, Farazijn en Planckaert. Na het verlies van de almaar meer verkommerende Vandenbroucke voelde vooral die laatste zich bevrijd.

 

Op de Kwaremont reed de olijke neef van Eddy verbijsterend snel weg. Jo vloog als door 16 horzels gebeten. En toch werd ook hij weer ingerekend.

 

Daarna regeerden het lonken en het loeren. Tot de kasseien van de Varent in Kaster. Die strook van 2 kilometer was toen nog geen geëffende kasteellaan voor koetsen met fluwelen zittingen. De schotse stenen en het gruis op de zijpaadjes waren een verschrikking.

 

Daar doemde plots de van ongeduld trappelende "stier van Scandicci" op. Pieri stampte dat het een lust was. Ik weet zeker dat hij de steenslag niet zag. De kantige ondingen spatten alle kanten op. Strava bestond toen niet, maar mijn inschattingsvermogen zegt dat Pieri daar een voor decennia onevenaarbare tijd neerzette.

 

Van Petegem probeerde wel, maar kon de Italiaan met de beste Brakelse wil niet volgen. De stier was los. Wie gooide hem nog een lasso om de nek? Planckaert, die dekselse Planckaert. Op de eindeloos oplopende N36 in Ingooigem gooide hij een bom die Streuvels als futuristisch zou omschreven hebben. Planckaert dichtte op wonderlijke wijze de bres.

 

Museeuws poging hetzelfde te doen strandde in onvermogen. Vooraan streden de beteren: the Raging Bull en het bokkige kalf.

 

Het kalf speelde kwistig op. Jo Planckaert had de oerkracht van Pieri gevoeld. Hij sprong leep weg in één van de smalle straatjes van Harelbeke. De stier schudde eens met zijn prominente achtersteven en nam Planckaert op de horens.

 

In de sprint deed hij niet eens de moeite in het wiel te kruipen. Pieri sprintte Planckaert van de kop meedogenloos aan diggelen en won de E3 op machtige wijze.

 

Zei Planckaert na afloop: "Ik kende hem. Da’s echt gene gewone, die jongen." Na de uitzending liep Pieri opgewonden op me af. Hij vloog me in de armen en smeekte me hem niet in de steek te laten. Hij moest naar de persconferentie en vreesde daar met zijn mond vol tanden te zitten.

 

"Aiuta mi, Michel", Ik hielp Dario door te tolken en hij zwoer me eeuwige dankbaarheid. Ik wist dat die niet bestond, maar was oprecht blij. Ik had de met voorsprong vriendelijkste renner onder de profs een dienst bewezen. 

Pieri na zijn zege in de E3 Harelbeke.
Pieri na zijn zege in de E3 Harelbeke.

La Grande Bouffe

Een jaar later was Pieri de op één na beste in Parijs-Roubaix. In zijn Saeco-trui  moest hij alleen de imperator in de witte Wereldbekertrui laten voorgaan.

 

Van Petegem, de week ervoor winnaar van de Ronde, graaide in gulzigheid ook de helleklassieker mee. Pieri boog in zijn wiel het hoofd. Een beweging die overliep van de symboliek. Die van de overgave. De finale overgave.

 

Een week later ontmoette ik hem in hotel Malpertuus in Riemst. Daags voor de Amstel. Volgens de overlevering is het voorgerechtenbuffet er buitenaards lekker. Italiaanse specialiteiten in het kwadraat.

 

Ik zag er tot mijn steile verbijstering Pieri 6 keer een groot bord volscheppen. Hij at alsof hij een hoofdrol opeiste in la Grande Bouffe. Niemand van Saeco greep in. Valerio Piva, schoonzoon des huizes, deed dat wel. Hij troonde Dario mee naar een belendende kamer en riep zwager Emiel erbij. Miel had een arsenaal jachtwapens en leidde daarmee Pieri van de vraatzucht af.

 

Van de pasta at hij met zekerheid niet. Of hij ook voor de vleesschotel paste, kon achteraf niemand met zekerheid zeggen. 

Dario Pieri in het leven na de koers.
Dario Pieri in het leven na de koers.

Een goed gevulde warme man

In 2006 fietste ik in de vallei van de Arno op de volkomen vlakke weg van Pontassieve naar Firenze. Ik zag Dario komen. Ik zou hem uit duizend anderen herkend hebben. En jawel, hij stak over en stopte.

 

Dario zag mijn ogen over zijn vetrollen en gezette dijen rollen. Boven zijn buik namen de letters LPR ongezien brede afmetingen aan. Hij wreef genoeglijk over zijn "pancia" en zei niet zonder gevoel voor humor dat hij de honderd kilo benaderde.

 

Maar LPR gaf hem een kans en die zou hij met beide handen grijpen. Of daar ook een bestek aan te pas kwam vertelde hij niet.

 

We lachten de kleine ongenoegens weg en zeiden weer: "Tot de volgende lente." Dario Pieri kwam niet meer. Hij had zich die winter met volle overtuiging op de kunst van het koken toegelegd. En van het eten ook.

 

Ik vermoed dat Dario nu een meer dan goed gevulde, volkomen fietsloze en zeer warme man is.  

Michel Wuyts.

VIDEO: Pieri wint de E3 Harelbeke 2002