Ga naar de inhoud

Gezien in Belga Sport: "Ik had geen nood aan meneer Dedecker"

 ma 11 maart 2019 13:45
Jean-Marie Dedecker wilde iedereen naar de top, maar haalde die zelf niet.

Eind jaren 90 is het Belgische judoteam van Jean-Marie Dedecker de meest succesvolle ploeg van het land. Maar het verhaal begint al eind jaren 80. In de schaduw van judogrootheden Robert Vande Walle en Ingrid Berghmans stoomt Jean-Marie Dedecker een nieuwe, beloftevolle generatie klaar.

"Na de Mont Blanc zijn we Jean-Marie de "Chocotoff" gaan noemen"

In die nieuwe generatie zitten judoka's als Ulla Werbrouck, Gella Vandecaveye en Harry van Barneveld.  Om een team te vormen van al dat aanstormende talent heeft Jean-Marie Dedecker het plan opgevat om met iedereen de Mont Blanc te beklimmen.

 

"Iedere atleet heeft een aspiratiegrens", zegt Dedecker. "De top die je hoopt te bereiken. Om mijn energie waard te zijn, wilde ik dat hun aspiratiegrens de top was. Namelijk wereldkampioen of olympisch kampioen worden."

 

Ironisch genoeg haalde iedereen de top van de Mont Blanc, behalve de coach zelf. "Ik kreeg hoogteziekte op 200 meter voor de top. Mochten ze me niet naar omlaag gebracht hebben, dan was ik gestorven."

 

Gella Vandecaveye: "Jean-Marie werd met de helikopter afgevoerd, gewikkeld in een zilveren deken. Sindsdien noemen we hem de Chocotoff."

"Ik had echt geen nood aan meneer Dedecker"

Hoewel Jean-Marie Dedecker het beste uit elke atleet naar boven liet komen, verliep de relatie met Harry van Barneveld tamelijk stroef. In de aanloop naar de Olympische Spelen van Atlanta in 1996 bereikte de samenwerking haar kookpunt.

 

Van Barneveld: "Ik moest nog beginnen aan de Spelen en hij brak me al af. Op voorhand al zeggen: op Harry van Barneveld hoef je niet te rekenen. Hij vond mij een softie en een bleiter. Dat werkte niet bij mij."

 

Dedecker: "Ik jende hem tot op het bot. Tot in de pers toe. Dat is moeilijk, maar dat zijn tactieken. Ulla dreef op geborgenheid, Harry dreef op het jennen."

 

Ondanks of dankzij de spanningen? Harry van Barneveld behaalde in elk geval een bronzen medaille. 

 

Van Barneveld: "Toen ik van de mat kwam, vloog hij in mijn armen. Maar ik pakte hem niet vast. Dat bewijst op dat moment dat ik geen nood had aan meneer Dedecker."

 

Werbrouck: "Harry was woest op Jean-Marie. Maar die frustratie was misschien dat ene procentje dat hij nodig had om die medaille te pakken."

"Het is verdomme erg als je verliest"

In het team van Jean-Marie was je best geen verliezer. Dat bleek na de Olympische Spelen in Atlanta. Na de Spelen trok hij met de winnaars op stage, terwijl de anderen thuis achter bleven.

 

Johan Laats: "Als je niet won, dan negeerde hij je. Zodat je goed aanvoelde dat je er niet bij hoorde als je verloor."

 

Dedecker: "Als je te veel troost, conditioneer je iemand om te verliezen. Een nederlaag moet pijn doen. Het is verdomme erg als je verliest."

Het EK judo van 1997 - Alleen goud is goed genoeg

Bekijk de volledige aflevering op VRTNU: https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/belga-sport/8/belga-sport-s8a8/